| Vrijdag 18 mei 2018. 
                        Van Shkodër naar Donji Murici, 58 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Shkodër 
                          is vlak en de afstanden binnen de stad zijn te overzien. 
                          Ook kunnen veel mensen zich hier geen auto permitteren. 
                          Mede hierdoor is Shkodër de fietshoofdstad van 
                          Albanië (zie dit 
                          artikel ). Voor het eerst op onze Balkantocht 
                          zien we volle fietsenrekken bij een winkelcentrum. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Fietsen 
                        bij winkelcentrum in Shkodër  | 
                     
                      | Langs 
                          de uiterwaarden van de Buna, de rivier die overtollig 
                          water uit het Meer van Shkodër afvoert naar de 
                          Drin, loopt een mooie promenade. Hoewel deze officieel 
                          voor voetgangers bedoeld is, maken ook veel fietsers 
                          er gebruik van om een drukke vierbaansweg te vermijden. 
                          Helaas zie ik naast de promenade grote hopen grind liggen 
                          voor een nieuwe autoweg. Deze is omstreden (zie deze 
                          video ), maar de aanleg vordert gestaag. Terwijl 
                          we op een bankje van ons ontbijt genieten, besef ik 
                          dat er van de ontspannen sfeer op deze promenade weinig 
                          over zal blijven wanneer hier straks twee dikke banen 
                          asfalt liggen.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Promenade 
                        in Shkodër  | 
                     
                      | Het liefst 
                          zouden we nu direct langs het Meer van Shkodër 
                          naar Montenegro rijden, maar daar is helaas geen grensovergang. 
                          Er zijn maar twee routes die niet doodlopen voor de 
                          grens: noordwaarts 
                          richting Podgorica of westwaarts richting Bar. Wij kiezen 
                          voor de laatste en slaan na het passeren van de grens 
                          rechtsaf. Door de ligging van de grensovergang moeten 
                          we wel eerst een berg over om weer bij het Meer van 
                          Shkodër uit te komen. Gelukkig is deze bergpas 
                          nu niet druk. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                        eerste klim in Montenegro  | 
                     
                      | De droge 
                          en heldere atmosfeer van de laatste dagen is nu weer 
                          klam en heiïg geworden. Ook merken we dat we gisteren 
                          een lange dag hebben gehad. Het klimmen kost vandaag 
                          meer moeite. Wanneer er langs de weg voldoende ruimte 
                          is, lassen we een pauze in. Corrie rolt het karrimatje 
                          uit en begint aan een welverdiende siësta. Na een 
                          half uur zie ik steeds meer geiten onze kant opkomen. 
                          Wanneer de eerste geit bijna onze fietsen heeft bereikt, 
                          waarschuw ik Corrie dat het tijd wordt om weer op te 
                          staan. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Geiten maken 
                        een eind aan Corries siësta   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Terwijl 
                          ik een mooie geit portretteer, krabbelt Corrie overeind 
                          om tot de conclusie te komen dat het inderdaad tijd 
                          wordt om weer verder te gaan. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Na een korte 
                          portretsessie fietsen we verder   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het is het nog drie kwartier 
                        fietsen naar de top, waar we Shkodër in de verte 
                        zien liggen. Dan draait de weg de andere kant op en volgt 
                        een afdaling. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                        laatste loodjes naar de top  | 
                     
                      | Zo kaal 
                          als het landschap tijdens de klim op de zuidhelling 
                          was, zo groen is het aan de noordzijde van de berg. 
                          Zoals het kastanjebos bij - what's in a name - Koshtanjica. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kastanjewoud  | 
                     
                      | Google op koeienhoedster 
                        en je vindt oude schilderijen. Hier zie je ze nog in levende 
                        lijve. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                        passeren een koeienhoedster  | 
                     
                      | Op de volgende 
                          top worden we verrast door de hoedster van een koek-en-zopietent 
                          met een overdekt terras en koud bier. In de zomer zal 
                          het hier wel een stuk drukker zijn, maar nu is het een 
                          stille en ietwat surrealistische plek langs deze rustige 
                          weg. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Koek-en-zopie 
                        op de volgende top  | 
                     
                      | Dan 
                          volgt een lange afdaling met uitzicht op het meer. In 
                          de diepte zien we een moskee staan. Moskee? Montenegrijnen  
                          zijn toch christelijk? Niet in dit gebied, waar veel 
                          Albanese moslims wonen.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        op het Meer van Shkodër  | 
                     
                      | Voordat 
                          de weg weer gaat stijgen, bereiken we de afslag naar 
                          de camping die aan het meer ligt. Morgenochtend zullen 
                          we dit weer moeten klimmen, maar nu is dit een prachtig 
                          einde van een etappe. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                        dalen af naar de camping aan het meer  | 
                     
                      |  
                          Op de camping merkt Corrie 
                            dat ze een lekke band heeft. Dat is al de tweede in 
                            vier dagen. De timing is nu wel beter. Ditmaal is 
                            het de voorband. Ik vind een gaatje en plak dit. Toch 
                            loopt de band nog steeds langzaam leeg. Wanneer ik 
                            de binnenband onder water dompel, vind ik nog een 
                            lek vlakbij het plakkertje dat ik net heb aangebracht. 
                            Dat is niet handig, maar nog niet hopeloos. Ik knip 
                            een flink stuk uit een rol bandpleister en bedek daar 
                            het andere plakkertje en het zojuist gevonden gaatje 
                            mee. Vroeger deed ik het wel vaker op die manier. 
                            Binnenbanden verving ik toen pas wanneer je door de 
                            plakkertjes de band niet meer zag.Het resterende deel van de rol bandpleister gebruik 
                            ik om de andere binnenband, die vier dagen geleden 
                            lekgestoken werd door een doorn, te repareren.
 Ditmaal tref ik geen doorn of scherp steentje in de 
                            buitenband aan. Wel zie ik dat een deel van het velglint 
                            is verschoven. Dat verklaart veel. Destijds hebben 
                            we dit probleem ook met onze ligfietsen gehad (zie 
                            hier 
                            en scrol naar de foto van het velglint).
 Ik verwijder het waardeloze velglint en vervang dit 
                            door 22 mm breed zelfklevend Velox velglint, waarvan 
                            ik de afgelopen 12 jaar heb ervaren dat het onwrikbaar 
                            blijft zitten, ook bij het wisselen van banden. (Corries 
                            fiets hebben we anderhalf jaar geleden voor een pittig 
                            bedrag op maat laten bouwen bij wat ooit een zeer 
                            gerenommeerde fietsenzaak was. Je verwacht dan niet 
                            dat er wordt gesjoemeld met velglint.)
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Verschoven 
                        velglint  | 
                     
                      | Wanneer 
                          ik de band weer heb opgepompt, ga ik naar een overdekte 
                          picknickplaats aan het water, waar Corrie al aan het 
                          koken is. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Koken 
                        aan het Meer van Shkodër  | 
                     
                      | We 
                          kijken uit op het kloostereilandje Beška. Daarachter 
                          is het meer nog vele malen breder dan het lijkt. Achter 
                          het eiland rijzen de besneeuwde toppen op van de Albanese 
                          Alpen. Met de telelens lijken ze dichterbij dan de 40 
                          km die ze hier vandaan liggen. We hebben wel eens op 
                          minder mooie plekken gezeten... | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Achter 
                        het meer doemen de Albanese Alpen op  | 
                     
                      | Zaterdag 19 mei 
                        2018. Van Donji Murici naar Rijeka Crnojevica, 15 km varen 
                        en 30 km fietsen | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | 's 
                          Ochtends krijgt mijn humeur een flinke dip wanneer ik 
                          zie ik dat Corries voorband weer helemaal plat is. Ik 
                          inspecteer de binnenband opnieuw en zie bobbels en scheurtjes 
                          in de grote plakker, waardoor er weer lucht uit het 
                          kleine lek heeft kunnen ontsnappen. Het lijkt wel of 
                          de grote plakker niet zo elastisch is als de kleine 
                          plakker die eronder zit. Daardoor is de grote plakker 
                          gaan scheuren nadat ik de band had opgepompt. De bobbeltjes 
                          zijn ontstaan op plekken die niet zijn gescheurd. Door 
                          het oppompen van de band moeten die plekken onherstelbaar 
                          zijn vervormd, waardoor ze bij het leeglopen niet meer 
                          konden krimpen tot hun oorspronkelijke omvang. Misschien 
                          was dat rolletje bandpleister wel twintig jaar oud, 
                          uitgedroogd en daardoor niet meer te gebruiken. Vervelend 
                          is wel, dat ik nu twee binnenbanden met dat bandpleister 
                          heb verprutst.Gelukkig hebben nog een nieuwe binnenband, die we op 
                          de Oude Bazaar in Gjakovë gekocht hebben. Wanneer 
                          ik deze band om de velg wil doen, wordt mijn humeur 
                          er niet beter op.
 "Oh shit! Er zit een autoventiel op!"
 Het ventielgat in de velg is bedoeld voor een Frans 
                          ventiel. Daar past geen autoventiel in.
 "We hebben een vijl nodig om het gat in de 
                          velg groter te maken", zeg ik.
 Corrie gaat naar de campingbeheerder om te vragen of 
                          we gereedschap van hem kunnen lenen. Wanneer hij ziet 
                          wat ons probleem is, twinkelen zijn ogen. Even later 
                          komt hij terug met een elektrische boor.
 "Als dat maar goed gaat", zeg ik 
                          tegen Corrie. "Die velg moet wel heel blijven."
 "Ik denk dat het wel goed komt", 
                          zegt Corrie hoopvol.
 De man weet 
                          inderdaad waar hij mee bezig is. Voorzichtig begint 
                          hij met een metaalboortje dat maar iets groter is dan 
                          het ventielgat. Wanneer het autoventiel er nog niet 
                          doorheen kan, gaat hij met een iets dikker boortje verder. 
                          Het derde boortje blijkt de juiste dikte te hebben. 
                          Ik monteer de banden en pomp deze op tot de gewenste 
                          spanning.  Inmiddels is 
                          het al tien uur en behoorlijk heet. Eerst moeten we 
                          minstens een uur klimmen en daarna nog een paar keer 
                          op en neer. Dat hadden we vanochtend in de koele uren 
                          willen doen. Corrie broedt op een plan om er toch een 
                          relaxte tocht van te maken."Op het strand liggen boten, die wel van de 
                          camping zullen zijn. Als de campingbaas tijd zou hebben 
                          om ons en de fietsen in zo'n bootje naar Virpazar te 
                          brengen, zouden we het zwaarste stuk van de route kunnen 
                          omzeilen."
 De man vindt het prima. Voor een bedrag waarmee je hier 
                          twee nachten in een goed hotel kunt slapen, wil hij 
                          ons wel naar de dam in het meer varen, vlakbij Virpazar.
 "Misschien is het over the top, maar ik heb 
                          het er wel voor over", zegt Corrie.
 Even later dobberen we met onze fietsen in een bootje 
                          op het Meer van Shkodër - of Skadar, zoals het 
                          hier heet. Onze schipper wil de 15 km over het meer 
                          full speed gaan, maar tijdens het varen slaat de motor 
                          af.
 Op halve kracht komen we wel weer een stukje verder. 
                          Dan rommelt de man wat aan de motor en geeft nog eens 
                          vol gas. Weer vliegen we een minuut lang over het meer, 
                          waarna de motor opnieuw begint te pruttelen.
 "Problem", mompelt de man. "Wasser 
                          in Benzin."
 Opnieuw prutst hij wat aan de motor, en weer spurten 
                          we een stukje vooruit. Uiteindelijk bereiken we de dam 
                          zonder te hoeven roeien. Het ontspannen vaartempo met 
                          een rustig draaiende motor bevalt ons prima, maar ik 
                          vermoed dat een echte Balkanman blijer wordt van een 
                          luid ronkende motor. We krijgen nu wel waar voor ons 
                          geld. Als je narekent hoelang de campingbaas vandaag 
                          met ons bezig is geweest, eerst met Corries velg en 
                          later heen en weer met de boot, ligt zijn uurtarief 
                          een stuk lager dan dat van onze kapper en glazenwasser.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                        varen over het Meer van Skadar  | 
                     
                      |  
                          De plek waar we uit de boot 
                            stappen heeft een voordeel en een nadeel. Het voordeel 
                            is dat hier een mooi restaurant is, waar we uitstekend 
                            kunnen lunchen. Het nadeel is dat we eerst over de 
                            druk bereden dam moeten fietsen om weer op onze route 
                            te komen. De dam is een onderdeel van de M2, die de 
                            hoofdstad Podgorica verbindt met de havenstad Bar. 
                            Er is dus veel vrachtverkeer. De weg op de dam, die 
                            1 km lang is, heeft twee rijstroken zonder berm of 
                            uitwijkmogelijkheid. Direct naast onze rijbaan staat 
                            een vangrail die de weg scheidt van de naastgelegen 
                            spoorlijn, terwijl de rijbaan voor onze tegenliggers 
                            pal langs het water loopt.We wachten een rustig moment af en hopen dat het rustig 
                            blijft tot we over de dam zijn. Achter ons komt er 
                            de eerste minuut geen verkeer, maar tegenliggers zijn 
                            er wel. Niet alleen op hun eigen rijstrook, ook op 
                            de onze. We komen er snel achter dat een paar tegemoetkomende 
                            fietsers hier geen reden zijn om een inhaalpoging 
                            af te breken, integendeel. Met volle vaart scheurt 
                            een tegenligger ons rakelings voorbij, terwijl we 
                            ons al dicht bij de vangrail bevinden. Terwijl we 
                            nog bijkomen van de schrik, zien we achter ons een 
                            grote vrachtwagen naderen. Gelukkig wijkt deze een 
                            beetje uit, zodat we niet gemangeld worden. Wanneer 
                            de vrachtwagen een paar honderd meter van ons verwijderd 
                            is, begint deze te slingeren. Even later ruiken we 
                            verschroeid rubber en zien we fragmenten van een autoband 
                            op de weg liggen. De vrachtwagen heeft het eind van 
                            de dam nog weten te bereiken en staat daar nu aan 
                            de kant.
 "Als hij die klapband iets eerder had gekregen, 
                            weet ik niet of we dat hadden overleefd", 
                            zegt Corrie.
 In Virpazar vinden we een 
                            geldautomaat waar we onze noodvoorraad euro's aan 
                            kunnen vullen. Euro's hebben we hier sowieso nodig, 
                            want net als Kosovo heeft Montenegro geen eigen munteenheid. 
                            Sinds 1996 gebruikt men hier al de Duitse mark omdat 
                            de oude munt, de Servische 
                            dinar, door hyperinflatie niets meer waard 
                            was (vanaf 1993 was er zelfs een biljet van 500 miljard 
                            dinar in omloop). Na een referendum in 2006 werd Montenegro onafhankelijk 
                            van Servië. Ook toen voelde men hier geen behoefte 
                            om een eigen munt in te voeren, omdat het de bedoeling 
                            is dat Montenegro uiteindelijk lid van de EU gaat 
                            worden en dan toch de euro zal gaan gebruiken.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Tussen 
                        Virpazar en Rijeka Crnojevica  | 
                     
                      | Van 
                          Virpazar loopt een rustige weg met schitterende vergezichten 
                          naar Rijeka Crnojevica, een vervallen maar karaktervol 
                          dorp met een eeuwenoude brug. We strijken neer op een 
                          schaduwrijk terras aan de rivierpromenade, waar Balkanhoempapa 
                          uit de speakers galmt die me doet denken aan een van 
                          de meest absurde films die ik ooit heb gezien: 'Underground' 
                          van Emir Kusturica (zie dit videofragment ).
                           
                          Aan het begin van de avond maken we voor de tweede keer 
                          op deze dag een boottocht. Ditmaal door de moerassen 
                          in de noordelijke uitloper van het Meer van Skadar. 
                          Nu met een schipper die veel vogels weet te vinden, 
                          al kan hij de meeste vogelsoorten alleen in het Servisch 
                          benoemen. Corrie helpt hem aan de Engelse namen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Varen 
                        onder de oude brug van Rijeka Crnojevica  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Op 
                        de rivier Rijeka Crnojevica   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het 
                          wemelt in dit meer ook van de esculaapslangen. Eentje 
                          kijkt nieuwsgierig op wanneer we voorbij varen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Esculaapslang  | 
                     
                      | Deze avond 
                          vieren we ook dat we halverwege onze tocht zijn. Sinds 
                          onze aankomst in Igoumenitsa zijn we nu twintig dagen 
                          onderweg. We hebben ook nog twintig dagen over om Zagreb 
                          te bereiken. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Zondag 20 mei 2018. 
                        Van Rijeka Crnojevica naar Nationaal Park Lovćen, 
                        33 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Rijeka Crnojevica en Kotor liggen bijna op zeeniveau. 
                            Daartussen ligt het Nationaal Park Lovćen, met 
                            een 1420 m hoge bergpas. In de buurt van die pas willen 
                            we overnachten. De hele dag zullen we bezig zijn met 
                            klimmen.'s Ochtends wordt het snel warm. Corrie rijdt, zoals 
                            gebruikelijk bij een klim, een stukje voorop. Ik ga 
                            ervan uit dat zij de haarspeldbocht die ik nog moet 
                            nemen, al achter zich heeft. Ik hoop dat ze op een 
                            koel plekje zal stoppen om koffie te zetten, want 
                            een café verwacht ik pas in Cetinje, dat al 
                            op 700 m hoogte ligt. Halverwege de bocht zie ik Corrie 
                            opeens met twee mensen op een hip terras zitten.
 "Ik heb koffie geregeld, Kees!"
 "Ik zag eerst het bordje dat je hier een 
                            kamer kunt huren", vertelt Corrie even later. 
                            "Vervolgens zag ik dit terras en vroeg ik 
                            of ze koffie hadden. Ik dacht dat dit wel een café 
                            zou zijn, maar ik krijg nu toch sterk de indruk dat 
                            dit een huis is en dat ik mezelf bij deze mensen heb 
                            uitgenodigd."
 Ik begroet de man, die Dasço heet. Even later 
                            komt zijn vrouw naar buiten met een paar koppen koffie. 
                            Dasço spreekt goed Engels. Jarenlang heeft hij 
                            in Canada en in Rusland gewoond.
 "In Canada moest ik altijd werken", 
                            vertelt hij. "Toronto is een grote stad, 
                            waar alles om geld draait. Alleen met Kerstmis kreeg 
                            ik daar vrij."
 "Ik ben al 79 jaar, maar mijn vrouw is jonger", 
                            grijnst Dasço. "Hier kan ik mijn eigen 
                            leven leiden. Dit huisje heb ik zelf gebouwd. Ook 
                            de tuin heb ik aangelegd. Ik wil hier niet meer weg. 
                            Alleen in Cetinje kom ik nog wel eens. Daar woont 
                            mijn dochter, die fysiotherapeut is."
 We werpen een blik in Dasço's datsja, waar een 
                            simpel bed staat. De rest van zijn stulpje is gevuld 
                            met flessen in alle soorten en maten.
 "Mijn vrouw verzameld vruchten, die hier 
                            overal groeien, en maakt er likeuren van. Proef deze 
                            rakija van frambozen eens", zegt hij terwijl 
                            hij een scheutje in een glas schenkt. Voorzichtig 
                            nemen we een slokje. Het smaakt niet verkeerd, maar 
                            we beseffen dat we niet ook nog de rakija's van appels, 
                            kweeperen, pruimen, vijgen en druiven moeten gaan 
                            proeven, als we vandaag nog boven willen komen.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ik 
                        zie Corrie op een hip terras zitten  | 
                     
                      | We 
                          nemen afscheid van het gastrvije paar, waar we een paar 
                          euro achter mogen laten voor de koffie. Dan vervolgen 
                          we onze tocht. Gisteren zagen we al een paar Duitsers 
                          op lichtbepakte, misschien wel gehuurde e-bikes voorbijkomen, 
                          nu ontmoeten we een serieuze wereldfietser: een jonge 
                          vrouw op een volbepakte fiets en een webcam op haar 
                          helm. Ze is nu onderweg naar Albanië en Griekenland, 
                          waar ze de Adriatische Zee wil oversteken om via Italië 
                          weer terug te fietsen naar haar woonplaats Toulouse. Aan het 
                          begin van de middag bereiken we Cetinje, de oude hoofdstad 
                          van Montenegro. Eeuwenlang werd dit land bestuurd door 
                          prins-bisschoppen van de Servisch-Orthodoxe Kerk. Zij 
                          mochten niet trouwen en werden in principe opgevolgd 
                          door neven. Halverwege de negentiende eeuw werd de theocratie 
                          afgeschaft en liet bisschop Danilo zich met steun van 
                          de Russische tsaar tot vorst benoemen. In 1860 werd 
                          Danilo vermoord en opgevolgd door zijn neef Nicolaas, 
                          die in 1910 koning van Montenegro zou worden. Na de 
                          Eerste Wereldoorlog werd Montenegro een deel van het 
                          koninkrijk Joegoslavië.In deze oude hoofdstad vinden we een schaduwrijke picknickplek 
                          in de tuin van de voormalige Oostenrijks-Hongaarse ambassade. 
                          Dit is nu een wat vervallen villa, waarvan de geschiedenis 
                          gekoesterd wordt. Aan de voorgevel hangen de vlag en 
                          het wapenbord van de Donaumonarchie, met de vermelding 
                          K.u.K. Österr. Ung. Gesandtschaft in Cetinje 
                          / Cs. és Kir. Osztrak-Magyar Követség 
                          Cetinje (Keizerlijke en koninklijke Oostenrijks-Hongaarse 
                          gezantschap in Cetinje).
 
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Voormalige 
                        Oostenrijks-Hongaarse ambassade in Cetinje  | 
                     
                      | Na Cetinje klimmen we verder. Het 
                          is warm, maar hoger in de bergen valt de hitte nog mee. 
                          Ook de steeds langer wordende schaduwen van bomen langs 
                          de weg brengen verkoeling. We stoppen bij een overdekte picknicktent bij een bezoekerscentrum 
                          van het Nationale Park Lovćen. Hoewel we net voorbij 
                          een hotel zijn gekomen, willen we nu het liefst kamperen. 
                          Een parkwachter heeft er geen bezwaar tegen en wijst 
                          ons de weg naar een half afgedekt gat in de grond, waar 
                          drinkwater uit een tuinslang sijpelt.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                        kamperen bij een overdekte picknickplek  | 
                     
                      | Het 
                          enige minpunt van deze luxe wildkampeerplek is het ontbreken 
                          van een wasgelegenheid. Na de lange hete klim van vandaag 
                          zijn we wel aan een douche toe. Die douche gaan we nu 
                          zelf maken door drie grote bidons te vullen met opgewarmd 
                          water. Het bezoekerscentrum is al dicht en de enige mensen 
                          die nog in de buurt zijn, zitten een in een camper op 
                          het parkeerterrein voor het gebouw. Aan de andere kant 
                          zie ik een beschutte plek waar nog net wat zon opvalt.
 "Daar kunnen we prima douchen", zeg ik. 
                          "Nu is het er daar ook nog lekker warm, maar over 
                          een kwartier is de zon weg."
 We kleden ons uit en douchen ons onder de langzaam leeglopende 
                          bidons.
 "Dit is toch veel lekkerder dan knoeien met 
                          een washandje?"
 "Ja dat was heerlijk", beaamt Corrie 
                          wanneer ze weer aangekleed is. "Alleen hadden 
                          we een dingetje over het hoofd gezien."
 Vragend kijk ik haar aan.
 "Zie je die bewakingscamera daar hangen? We 
                          stonden perfect in beeld", gniffelt ze.
 
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Maandag 21 mei 2018. 
                        Van Nationaal Park Lovćen naar Igalo, 72 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                          beginnen dag dag met het vervolg van de klim. Dichte 
                          bossen hebben nu plaatsgemaakt voor weidse uitzichten.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        bij Velji Bostur  | 
                     
                      |  
                           We zouden nog de Lovcén op kunnen fietsen, 
                            naar de plek waar prins-bisschop Petar II Petrovic-Njegoš 
                            is begraven. Daarvoor had hij zelf op die plek een 
                            kapel laten bouwen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog 
                            werd deze kapel verwoest door de Oostenrijks-Hongaarse 
                            bezetters, die daar een monument voor hun keizer Franz 
                            Joseph wilden bouwen. Na de oorlog wilde de Joegoslavische 
                            regering er een mausoleum neerzetten. Daar ontbrak 
                            uiteindelijk het geld voor en in 1925 werd de kapel 
                            herbouwd.Veertig jaar later werd die kapel gesloopt in opdracht 
                            van de communistische machthebbers en vervangen door 
                            het mausoleum dat er nu nog staat. Het was vanaf het 
                            begin omstreden. Veel Joegoslaven vonden het barbaars 
                            om de laatste wil van Njegoš te breken.
 Wij bewaren het mausoleum voor een andere keer en 
                            beginnen nu liever aan de afdaling. Na enkele kilometers 
                            zien we ineens 1300 meter onder ons de Baai van Kotor 
                            liggen.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Opeens 
                        zien we de Baai van Kotor liggen  | 
                     
                      | Tot nu 
                          toe was de weg smal en was er weinig verkeer. Helaas 
                          gaat dat veranderen. Met graafmachines is men hard aan 
                          het werk om van deze prachtige bergroute een racebaan 
                          te maken.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                        rustige smalle bergweg moet een racebaan worden  | 
                     
                      | Dan komen 
                          we weer op de doorgaande weg van Cetinje naar Kotor. 
                          De finale afdaling naar Kotor zit vol haarspeldbochten. 
                          In bocht 20 zien we dat een cruiseschip zojuist heeft 
                          aangelegd in Kotor. Dat voorspelt niet veel goeds. Voorzichtig 
                          zakken we verder de berg af. Regelmatig moeten we stoppen 
                          omdat het verkeer vastzit en soms een stuk achteruit 
                          bergopwaarts moet rijden om een tegemoetkomende touringcar 
                          door de bocht te kunnen laten gaan. In de vakantietijd 
                          moet het verkeer hier zo vaak vastlopen, dat fietsen 
                          dan vast niet leuk meer is. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | In 
                        haarspeldbocht 20 zien we Kotor weer liggen  | 
                     
                      | Wanneer 
                          we beneden zijn, is het bloedheet geworden. Hoog tijd 
                          om trui en T-shirt te verruilen voor een luchtig hemd. 
                          In Kotor heeft het cruiseschip inmiddels zijn lading 
                          afgeleverd. Op het plein voor de orthodoxe Sint-Nicolaaskerk 
                          valt het dankzij de hete zon nog mee met de drukte, 
                          maar de schaduwrijke stegen raken snel verstopt met 
                          groepjes toeristen. Door het massatoerisme en de bouw 
                          van hotels en appartementen dreigt Kotor zijn plek op 
                          de werelderfgoedlijst van Unesco kwijt te raken (zie 
                          hier ). | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Sint 
                        Nicolaaskerk in Kotor  | 
                     
                      | Langs de 
                          noordoever van de baai ligt een drukke doorgaande weg, 
                          dus fietsen we over de stillere zuidoever. Op plekken 
                          waar geen lintbebouwing is, hebben we een mooi uitzicht 
                          over het water. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        over de Baai van Kotor  | 
                     
                      | In 
                          Lepetane nemen we de pont naar Kamenari. Daar kunnen 
                          we na 1,5 km de drukke Jadranska Magistrale (dit is 
                          de grote weg langs de kust van Kroatië en Montenegro) 
                          verruilen voor een rustiger weg die vaak langs het water 
                          loopt. In Zelenica 
                          treffen we zowaar een grote winkel van Intersport. Tot 
                          mijn vreugde vind ik er een paar reservebinnenbanden 
                          met Franse ventielen voor wielmaat 50-559. De laatste 
                          kilometers rijden we over een fraaie promenade langs 
                          strandjes en jachthavens. Ondanks de hitte is het hier 
                          in deze tijd van het jaar nog rustig genoeg om er ontspannen 
                          te kunnen fietsen. Gisteren deed nauwelijks onder voor 
                          een Alpenpas, 
                          vandaag begint zowaar op een vakantiedag te lijken. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Promenade 
                        bij Herzeg Novi  | 
                     
                      | In Igalo 
                          zou volgens Archies  
                          een camping moeten zijn, maar die blijkt niet meer te 
                          bestaan. Jammer, want het is nu prima kampeerweer. We 
                          hebben geen zin meer om nog lang te zoeken en nemen 
                          genoegen met het lelijke hotel dat we vlakbij zien staan. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dinsdag 22 mei 2018. 
                        Van Igalo naar Dubrovnik, 47 km fietsen en 11 km varen | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Op de kaart 
                          staan twee grensovergangen tussen Montenegro en Kroatië. 
                          Die op de Jadranska Magistrale lijkt ons erg druk, zodat 
                          we naar de andere grenspost fietsen, die ten zuiden 
                          van Njivice ligt. Helaas blijkt de grens hier nu te 
                          zijn gesloten. We rijden terug en klimmen over de Jadranska 
                          Magistrale langzaam naar de grens. Gelukkig is het deze 
                          ochtend niet heel druk.In Kroatië rijden we in een hoog tempo weer heuvelafwaarts 
                          naar Gruda, waar we de hoofdweg verruilen voor rustige 
                          wegen door een mediterraan landschap. Een stukje voorbij 
                          het vliegveld van Dubrovnik komen we weer bij de Jadranska 
                          Magistrale, die hier al erg druk is en later ook nog 
                          flink gaat stijgen. Dat moet een hel voor fietsers zijn. 
                          Liever zakken we hier af naar de haven van Cavtat, waar 
                          we een boot naar Dubrovnik hopen te vinden.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kust 
                        bij Cavtat  | 
                     
                      | Dat 
                          lukt. Meenemen van een paar fietsen blijkt geen probleem 
                          te zijn op de boten die hier de hele dag met toeristen 
                          naar Dubrovnik varen, dat 11 km verder ligt. "Twee fietsen lukt altijd. Gisteren wilde er 
                          een groep van twintig fietsers in de boot, maar dat 
                          was echt teveel", vertelt de schipper.
 
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Jachthaven 
                        van Dubrovnik  | 
                     
                      | In de haven 
                          van Dubrovnik zien we een cruiseschip liggen, en dan 
                          weet je wat je kunt verwachten: heel veel toeristen. 
                          Langs de kade vinden we met veel geluk een bankje in 
                          de schaduw, dat net verlaten is. In de zon zijn alle 
                          bankjes weliswaar leeg, maar daar zouden we nu geroosterd 
                          worden. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                        vinden nog een bankje in de schaduw  | 
                     
                      | In de oude 
                          binnenstad van Dubrovnik is het nu veel te druk en veel 
                          te warm. In de wijken daaromheen zijn de doorgaande 
                          straten een stinkende hel van rijdende en parkerende 
                          auto's, met de continue dreiging van openslaande portieren. 
                          Ook met onze gele hesjes aan is het hier spitsroeden 
                          rijden. Half lopend en half fietsend bereiken we de 
                          stadscamping, waar nog volop ruimte is. Daar zijn eindelijk 
                          weer wasmachines. Goedkoop is deze camping niet. Alleen 
                          al voor het wassen en drogen van de kleren zijn we 25 
                          euro kwijt, maar schoon wordt het ditmaal zeker. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Woensdag 23 mei 
                        2018. Van Dubrovnik naar Zavala, 54 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Een heuse 
                          fietsroute verleidt ons om de toeristische kust te verlaten 
                          en het binnenland te verkennen. Het is de Ciro  
                          fietsroute, die gebruik maakt van een oude spoorlijn 
                          tussen Dubrovnik en Mostar.  
                          De ochtendspits in Dubrovnik is wederom geen feest voor 
                          fietsers, die je hier dan ook bijna niet ziet. Om zo 
                          snel mogelijk uit de gevarenzone te raken, willen we 
                          al aan de rand van Dobrovnik de oude spoorlijn gaan 
                          volgen. De officiële Ciro-route begint pas over 
                          de grens van Bosnië-Herzegowina, maar ik hoop dat 
                          ook het Kroatische deel van de voormalige spoorlijn 
                          befietsbaar is. Het begint goed met een smalle, geleidelijk 
                          klimmende asfaltweg. Dan wordt de weg verspert door 
                          een hoog hek, dat we gelukkig kunnen openen. Achter 
                          het hek ligt een handbalkooi waar we dwars doorheen 
                          fietsen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                        fietsen dwars door een handbalkooi  | 
                     
                      | Daarna 
                          zijn de rails en de bielzen van de oude spoorbaan nog 
                          wel verwijderd, maar vreten het losse grind en het lange 
                          gras zoveel energie, dat hier in ieder geval heuvelopwaarts 
                          niet fatsoenlijk meer valt te fietsen. Blijkbaar krijgt 
                          Dubrovnik al zoveel varende, vliegende en rijdende bezoekers, 
                          dat de stad helemaal niet op fietsers zit te wachten. 
                          Bij de VVV had men hier ook nog niet van de Ciro-fietsroute 
                          gehoord. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het 
                        pad is mooi, maar niet te fietsen   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het pad 
                          wordt steeds slechter, maar toch blijven we hopen dat 
                          het verderop beter zal worden. We doen twee uur over 
                          5 km en 125 hoogtemeters. Dan kunnen we over een asfaltweg 
                          verder naar de grensovergang. In Ivanica, het eerste 
                          dorp in Bosnië-Herzegovina, zien we het eerste 
                          Ciro-routebordje. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het 
                        eerste Ciro-bordje  | 
                     
                      | Ook de 
                          tastbare overblijfselen van de laatste oorlog laten 
                          niet lang op zich wachten. Linten in de berm waarschuwen 
                          voor landmijnen.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Met 
                        linten wordt een mijnenveld gemarkeerd  | 
                     
                      | Na Ivanica 
                          fietsen we 35 km lang langs spookdorpen, die in de oorlog 
                          zijn verwoest. Bij het voormalige station van Hum zoeken 
                          we een schaduwrijk bankje om te lunchen, maar we treffen 
                          hier alleen ruïnes aan. Uiteindelijk gaan we maar 
                          op de weg onder een boom zitten.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Hum 
                        is nu een spookdorp  | 
                     
                      | Het station 
                          van Jasenica wordt langzaam maar zeker verslonden door 
                          klimplanten. Er staat er een nieuw bord met wat historische 
                          achtergrondinformatie. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het 
                        station van Jasenica wordt langzaam maar zeker overwoekerd   | 
                     
                      | Ook 
                          een verroeste seinpaal behoort tot het fietsroutemeubilair. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oude 
                        seinpaal  | 
                     
                      | Oude 
                          verkeersborden zijn doorzeefd met kogels, maar staan 
                          nog steeds op hun plek. Het verkeer blijft hier beperkt 
                          tot een of twee auto's per uur van de explosievenopruimingsdienst. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oude 
                        verkeersborden zijn doorzeefd met kogels  | 
                     
                      | Voor 
                          dieren is dit grote stiltegebied geen verkeerde ontwikkeling. 
                          Corrie vertelt me dat ze hier net nog een wolf in de 
                          bush zag verdwijnen."Weet je zeker dat het geen vos was?", 
                          vraag ik.
 "Nee, daar was het te groot voor. En het was 
                          ook geen hond."
 Het is mogelijk. Wolven komen hier voor, net als de 
                           
                          goudjakhals. Ik heb 
                          het beest helaas niet gezien en moet het doen met een 
                          overstekende schildpad, die zich tenminste laat fotograferen.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Overstekende 
                        schildpad  | 
                     
                      | In 
                          Poljice-Popovo hangen familieberichten van het afgelopen 
                          jaar op een roestige deur. Alles in cyrillisch schrift, 
                          dat de Serviërs gebruiken voor hun variant van 
                          de Servo-Kroatische standaardtaal . | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Familieberichten 
                        op deur in Poljice-Popovo  | 
                     
                      | Loodgrijze 
                          wolken pakken zich samen boven de bergen. Ze temperen 
                          de hitte en geven het landschap een grimmige schoonheid. 
                         | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Loodgrijzen 
                        wolken pakken zich samen boven de bergen  | 
                     
                      |  
                          Om drie uur begint het te spetteren. Het is dan niet 
                            ver meer naar Zavala, waar een hotel staat met een 
                            groot overdekt terras. Daar wachten we de bui af, 
                            in de hoop dat we later nog verder kunnen fietsen.Vijf minuten later is het noodweer. Nadat een knetterende 
                            bliksemschicht in de bodem is geslagen, voelen we 
                            de grond onder ons trillen. Dan valt een gordijn van 
                            water naar beneden. Rukwinden blazen dit water tot 
                            ver onder de overkapping van het terras. Na het onweer 
                            blijft het nog uren miezeren. We zijn blij met onze 
                            kamer in dit hotel, dat geen kilometer verder had 
                            moeten staan.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Donderdag 24 mei 
                        2018. Van Zavala naar Čapljina, 67 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De volgende 
                          ochtend is de zomerse lente weer helemaal terug. Om 
                          half negen rijden we in dunne T-shirts, die om half 
                          tien al te warm zijn. We kunnen kiezen tussen een wat heuvelachtige asfaltweg 
                          en het vlakke grindpad over de oude spoorlijn. We kiezen 
                          voor het laatste en genieten van een Italiaans aandoend 
                          landschap zonder Italianen. Wel de schoonheid, maar 
                          niet de drukte.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Grindpad over 
                        oude spoorlijn   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dan 
                          moeten we door een tunnel. Aan het eind zien we licht, 
                          maar we hebben wel onze koplampen nodig om iets van 
                          het wegdek te zien. Af en toe lijkt het of er rul zand 
                          op de grond ligt. Verder is het hier aangenaam koel, 
                          maar er hangt wel een vage ammoniaklucht. Ook horen 
                          we een onrustig geluid boven ons. We zijn beslist niet 
                          alleen in deze tunnel."Vleermuizen", zeg ik.
 "Jakkie, ik hou niet van vleermuizen. Ik wil 
                          hieruit!", roept Corrie, terwijl ze afstapt.
 "Dan kun je beter doorfietsen."
 "Maar dan slipt mijn wiel over het zand dat hier 
                          ligt."
 "Dat zand is opgedroogde vleermuizenpoep."
 Corries humeur wordt er niet beter op, maar gelukkig 
                          is deze tunnel maar 350 m lang.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                        komen door een bewoonde tunnel  | 
                     
                      | Na Ravno 
                          gaat de route weer langs een mijnenveld. Langs de weg 
                          staat een bord met een overzichtskaart van de gevarenzones. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kaart 
                        met overzicht van mijnenvelden  | 
                     
                      | Naast wolven, 
                          goudjakhalzen, schildpadden, vleermuizen en mijnenvelden 
                          wemelt het hier ook van de slangen. Meestal liggen ze 
                          te rotten op de weg, maar soms zien we ze vlak voor 
                          onze wielen wegvluchten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dode 
                        slang op de weg  | 
                     
                      |  
                          We trotseren alle gevaren 
                            en trappen stug door. Tot Corrie van haar fiets springt 
                            en wegrent, terwijl ze paniekerig met haar armen om 
                            zich heen slaat."Wat is er?" vraag ik ongerust.
 "Ik ben in mijn wang gestoken! En dat beest 
                            blijft maar om me heen vliegen!!
 "Ai, dat doet goed pijn", zegt Corrie 
                            wanneer de rust is teruggekeerd. Voorzichtig haal 
                            ik de angel uit haar wang. IJsblokjes hebben we uiteraard 
                            niet bij ons, maar in mijn toilettas vind ik wel een 
                            vette hormoonzalf tegen hevige jeuk, die de symptomen 
                            kan verzachten.
 Na Hutovo blijven we de asfaltweg 
                            volgen. Doorfietsen over het oude spoor kan ook, maar 
                            dan zijn er nog negen tunnels. Vast lekker koel, maar 
                            voor Corrie nu echt geen optie meer. De asfaltweg 
                            komt ook vlak langs het natuurreservaat  
                            Hutovo Blato, een 
                            gebied met moerassen, meren, grotten en rivieren, 
                            zowel boven- als ondergronds. Het is heet genoeg om 
                            in het koele water te duiken, maar onder die onschuldig 
                            kabbelende golfjes bevindt zich vast iets gruwelijks... | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Meer 
                        van Svitavsko  | 
                     
                      |  
                          Dan steken we de Neretva over via een mooie oude 
                            spoorbrug. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Brug 
                        over de Neretva  | 
                     
                      | Om vier 
                          uur fietsen we Čapljina binnen, een stad met rechte 
                          boulevards tussen betonnen blokkendozen uit de tijd 
                          van Tito.  
                          Dertig jaar terug bestond de bevolking hier voor iets 
                          meer dan de helft uit Kroaten, ruim een kwart uit Bosniakken 
                          en voor de rest voornamelijk uit Serviërs en een 
                          stuk of wat merkloze Joegoslaven. Tijdens de Bosnische 
                          oorlog is het overgrote deel van de Serviërs, maar 
                          ook bijna de helft van de Bosniakken uit de stad verdreven 
                          of gevlucht. De meesten keerden hier niet meer terug, 
                          waardoor nu bijna 80 procent van de bewoners uit Kroaten 
                          bestaat. Een van hen was Slobodan 
                          Praljak , die in 2017, direct na het horen 
                          van zijn vonnis door het Joegoslaviëtribunaal in 
                          Den Haag, zelfmoord pleegde door het slikken van gif.
                           
                          We zouden nog een paar uur door kunnen fietsen naar 
                          de camping bij Mostar, maar de mussen vallen van het 
                          dak en er lijkt weer onweer aan te komen. Op een terras 
                          met wifi vindt Corrie naast enkele sfeerloze hotels 
                          een complete woning aan de rand van de stad, waar we 
                          voor twee tientjes kunnen overnachten. Een kwartier 
                          later staan we voor een landelijk gelegen huis met tuin, 
                          pal aan onze route. Corrie belt het nummer dat we bij 
                          de voordeur aantreffen. De vrouw die opneemt, zegt dat 
                          ze naar ons toe komt. We verwachten dat ze wel fietsend 
                          of lopend zal verschijnen, maar zo werkt dat hier niet. 
                          Na tien minuten stopt er een taxi, waar de vrouw uitstapt. 
                          Vriendelijk legt ze ons uit hoe alles werkt. We mogen 
                          zelfs de wasmachine gebruiken. Ik vraag me wel af wie 
                          nu het meest profijt heeft van onze overnachting: de 
                          vrouw des huizes of de taxichauffeur.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vrijdag 25 mei 2018. 
                        Van Čapljina naar Mostar, 38 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We vertrekken 
                          vroeg om in de koele uren naar Mostar te kunnen fietsen. 
                          Af en toe zien we het wilde koele water van de Neretva 
                          voorbijstromen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Neretva  | 
                     
                      | Aan het eind 
                          van de ochtend rijden we Mostar binnen, de grootste 
                          stad van Herzegowina. Mostar werd in de 13e eeuw gesticht 
                          en werd een bloeiende handelsstad in het Ottomaanse 
                          Rijk. In de negentiende eeuw werd de stad regelmatig aangevallen 
                          door Venetianen, die het Ottomaanse gezag ernstig verzwakten. 
                          In 1878 organiseerde de Duitse rijkskanselier Otto von 
                          Bismack het Congres 
                          van Berlijn om de Grote 
                          Oosterse Kwestie te bespreken. Tot ongenoegen 
                          van Servië kreeg Oostenrijk-Hongarije de voogdij 
                          over Bosnië-Herzegowina. Daar werden de Oostenrijkers 
                          niet gezien als bevrijders van de Turken, maar als nieuwe 
                          bezetters.
 Na de Eerste Wereldoorlog werd Bosnië-Herzegowina 
                          een deel van Joegoslavië. Toen dat land in 1991 
                          uit elkaar viel, werd Bosnië-Herzegowina een brandhaard 
                          van conflicten tussen de Serviërs, Kroaten en Bosniakken 
                          die hier al eeuwenlang woonden en dezelfde taal spraken. 
                          Mostar lag er middenin.
 In 1992 streden de Kroaten nog samen met de Bosniakken 
                          tegen de Serviërs, die het Joegoslavische leger 
                          hadden ingezet (zie hier), 
                          maar in 1993 ging de strijd verder tussen seperatistische 
                          Kroaten en Bosniakken (zie hier).
 Terwijl 
                          we de stad infietsen, zien we nog heel wat muren met 
                          kogelgaten en hier en daar half door bomen en struiken 
                          overwoekerde ruïnes van gebouwen. In de binnenstad 
                          zijn de meeste huizen weer hersteld.We lunchen in een schaduwrijke tuin achter een restaurant 
                          bij de rivier. De man die ons daar bedient, vertelt 
                          ons dat hij de oorlog in Mostar heeft meegemaakt als 
                          kind, daarna jarenlang in Duitsland heeft gewoond en 
                          enkele jaren terug weer in Mostar is teruggekeerd. Hij 
                          legt uit dat veel ruïnes in de stad nog niet hersteld 
                          kunnen worden, omdat onbekend is wat er met de toenmalige 
                          eigenaren is gebeurd en vaak ook niet duidelijk is wie 
                          hun erfgenamen zijn.
 
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oude 
                        huizen in Mostar  | 
                     
                      | Mostar 
                          dankt zijn naam aan de wachters ("Mostari"), 
                          die vanuit hun torens toezicht hielden op wie er via 
                          de houten brug over de Neretva de stad in of uit gingen. 
                          De Turkse architect Mimar Hajrudin ontwierp een stenen 
                          brug, die de wankele houten brug moest vervangen. In 
                          1566 werd deze Stari Most ( "Oude Brug") voltooid. 
                          Voor die tijd was dit een bouwtechnisch waagstuk (zie 
                          hier ), 
                          maar de brug was robuust genoeg om de tand des tijds 
                          te trotseren tot het uitbreken van de Bosnische oorlog. 
                          In 1993 werd de brug opgeblazen. Na de oorlog werden 
                          bruikbare resten uit de rivier gehaald en verwerkt in 
                          de reconstructie van de brug. In 2004 werd de brug heropend 
                          en een jaar later werd de brug met de oude binnenstad 
                          van Mostar op de werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Stari 
                        Most van boven  | 
                     
                      | De 
                          brug is nu de belangrijkste toeristentrekker van Mostar. 
                          Het is er nog niet zo druk als op de veel grotere Karelsbrug 
                          in Praag, maar het aantal selfies dat hier per vierkante 
                          meter gemaakt wordt, zal vast niet minder zijn. 
                          Wij klimmen in de toren aan de westzijde van de brug, 
                          waar een serie foto's hangt, die de Nieuw-Zeelandse 
                          fotograaf Wade 
                          Goddard  in 1993 heeft genomen in het toenmalige 
                          ghetto van Mostar. De islamitische, maar niet streng 
                          gelovige (zie hier ) 
                          Bosniakken werden gedwongen om daar te wonen, terwijl 
                          de straten er tien maanden lang onder vuur werden genomen 
                          door sluipschutters aan de andere kant van de rivier. 
                          Ik vraag me af hoe een fotograaf onder die omstandigheden 
                          aan filmrolletjes kwam en waar hij die kon ontwikkelen. 
                          (Zelf deed ik in de tijd een avondopleiding aan de fotoacademie, 
                          waar ik les kreeg van Joost van den Broek, die toen 
                          nog een beginnende fotojournalist en een inspirerende 
                          leraar was. Hij was naar Bosnië gereden om een 
                          reportage in een vluchtelingenkamp te maken en kon daarna 
                          zijn films gewoon thuis ontwikkelen. Zelf ben ik uiteindelijk 
                          maar geen fotojournalist geworden, want dan was er van 
                          fietsen niks meer terechtgekomen. In dat vak ben je 
                          opdrachtbedelaar of workaholic tot je erbij neervalt. 
                          Joost koos voor het laatste (zie dit 
                          artikel ).
                           
                          Terwijl het tien meter lager wemelt van de toeristen 
                          en de foto-expositie in elke reisgids met een beetje 
                          diepgang wordt vermeld, komen wij niemand anders tegen 
                          die even de moeite neemt om de toren in te gaan en deze 
                          indrukwekkende beelden te bekijken.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Foto's 
                        van het ghetto van Mostar in 1993  | 
                     
                      | Daarna 
                          moeten we even bijkomen van alle indrukken. Dat doen 
                          we op een terras met een mooi uitzicht over het voormalige 
                          ghetto.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        over Mostar  | 
                     
                      |  Tijdens het 'blauwe 
                          uurtje' dalen we af naar de rivier om de Stari Most 
                          op zijn mooist te zien. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Stari 
                        Most  | 
                     
                      | Ook de Koski Mehmed Pashamoskee 
                        staat nu mooi in de schijnwerpers. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Koski 
                        Mehmed Pashamoskee  | 
                     
                      | Hoog boven 
                          de stad licht een groot kruis op vanaf de top van de 
                          berg Hum, precies de plek waar Kroatische troepen het 
                          oostelijke deel van Mostar destijds onder vuur namen. 
                          Dat kruis werd daar rond de eeuwwisseling neergezet. 
                          Voor de Bosniakken in Mostar voelt het kruis als een 
                          opgestoken middelvinger. Vier jaar na het plaatsen van 
                          het kruis weigerde de katholieke bisschop van Mostar 
                          aanwezig te zijn bij de festiviteiten ter ere van de 
                          herstelde Stari Most. Hij vond dat de Bosniakken eerst 
                          maar respect voor het kruis moesten tonen, voordat de 
                          katholieken iets om die 'moslimbrug' konden geven. Zo 
                          blijven religieuze leiders en politici in Mostar zich 
                          op een negatieve manier profileren (zie hier  
                          en hier ), 
                          net als in de rest van Bosnië-Herzegowina, tot 
                          frustratie van veel mensen die hier wonen. Zoals al 
                          die Kroaten uit Mostar die wél naar de opening 
                          van de herstelde brug kwamen kijken.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        naar de berg Hum  | 
                     
                      | Zaterdag 26 mei 
                        2018. Van Mostar naar Draga, 60 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Terwijl 
                          we door de stad fietsen, passeren we een prachtig gerenoveerd 
                          gebouw in een neomoorse stijl, dat hier 120 jaar geleden 
                          - in de Oostenrijks-Hongaarse periode - is gebouwd. 
                          Vanaf het begin was dit een gymnasium , 
                          tegenwoordig zit er ook een internationale 
                          school  in. Uniek voor Mostar is dat leerlingen 
                          van alle 'zuilen' er welkom zijn. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oude 
                        gymnasium in Mostar  | 
                     
                      | We 
                          verlaten het dal van de Neretva, waar je niet veel verder 
                          over rustige wegen kunt fietsen, en klimmen de Dinarische 
                          Alpen in. Vandaag willen we het Meer van Blidinje bereiken. 
                          Na 20 km zien we zelfs een fietsroutebordje naar dit 
                          meer wijzen. Het lijkt niet ver meer, maar we moeten 
                          nog wel een bergpas over. Mountainbikers die 
                          we tegenkomen, kijken wat bezorgd naar onze bepakking 
                          en vragen of we gewend zijn om op slechte wegen te rijden. 
                          
                          "No problem" , zeg ik. Zo zwaar als 
                          een paar jaar terug op de Mahlknechtjoch zal het hier 
                          wel niet zijn (zie dit 
                          topic ).  
                          De fietsers vertellen ons dat de rit naar het Meer van 
                          Blidinje wel de mooiste tocht is die je hier kunt maken 
                          en dat er dicht bij het meer een motel is. Dat is goed 
                          om te weten, want we hebben hier weer geen internet. 
                          Corrie heeft weliswaar een Bosnische telefoonkaart aangeschaft, 
                          maar die lijkt niet te werken.
                         | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Fietsroutewijzer  | 
                     
                      |  
                          Om half twee hebben we 800 
                            m geklommen. In de zon komt de temperatuur nu ruim 
                            boven de 35 graden. Dat vind ik op een vlak traject 
                            al veel te heet, maar hier is het niet te doen. Een 
                            mengsel van zweet, zout en zonnebrandcrème 
                            gutst van mijn voorhoofd en bijt in mijn ogen. Ik 
                            droog mijn gezicht met een sjaaltje, dat ik vervolgens 
                            om mijn lekkende hoofd knoop. Ik hoop dat de zon snel 
                            zal verdwijnen achter de stapelwolken die ik in de 
                            verte zie groeien."Niet normaal, deze hitte", mopper 
                            ik.
 Corrie, die sneller kan klimmen en goed tegen hitte 
                            kan, ziet dat ik aan een pauze toe ben en stopt bij 
                            een rots met wat schaduw. Dan lengt ze lauw bidonwater 
                            aan met limonadesiroop en schenkt het in onze mokken. 
                            Vervolgens pakt ze haar camera om mijn gemoedstoestand 
                            vast te leggen.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Pauzeren 
                        in de schaduw van een rots  | 
                     
                      | Boven de 1100 m wordt het minder 
                        benauwd. Asfalt wordt grind, waar nog goed op te fietsen 
                        is. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Asfalt 
                        wordt fietsbaar grind  | 
                     
                      | Een 
                          stukje verder verandert het fietsbare pad in een grindbak, 
                          waar zelfs lopen moeilijk wordt. Op steile stukken duwen 
                          we met z'n tweeën eerst de ene fiets een stuk omhoog. 
                          Dan lopen we terug om met de andere fiets hetzelfde 
                          te doen. Even denk ik aan de mogelijkheid van een lift, 
                          wanneer een oude roetspuwende vrachtwagen ons voorbijrijdt. 
                          Maar die komt ook zonder ons al met moeite vooruit. 
                          Waar het steiler wordt, zien we twee mannen uit de cabine 
                          stappen en achter op de laadklep plaatsnemen, zodat 
                          de achterwielen door het extra gewicht wat meer grip 
                          op de weg krijgen. Het doet me denken aan een 'bakkie', 
                          waarmee ik lang geleden een onvergetelijke lift kreeg 
                          op een vergelijkbare weg in Lesotho (zie hier ). 
                         | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Fietsbaar 
                        grind wordt een hopeloze grindbak  | 
                     
                      | Tegen de avond zijn we op 1400 
                        m, is het een stuk koeler en begint de weg te dalen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Tegen 
                        de avond beginnen we te dalen  | 
                     
                      | Maar we zijn er nog lang niet. Er ligt nog 9 km Bosnisch 
                        grindpad voor ons. Omhoog en omlaag, variërend van 
                        net befietsbaar tot meedogenloze grindbak. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Hopeloze 
                        grindlawine  | 
                     
                      | Een gedenksteen tegen een rots herinnert 
                        aan twee mannen die hier zijn omgekomen. Het jaar 1993, 
                        een kruis en latijns schrift doen vermoeden dat het Kroaten 
                        zijn, strijders of slachtoffers in de Bosnische oorlog. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kroatische 
                        gedenksteen  | 
                     
                      | 's Avonds 
                          om zeven uur ligt er nog 2,5 km grindpad voor ons. Ik 
                          voel me nu fitter dan vanmiddag, maar voor Corrie, die 
                          meer moeite heeft met slechte wegen, is de rek er uit. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Nog 
                        een paar kilometers grind te gaan  | 
                     
                      | We moeten wat eten en pauzeren 
                          met uitzicht op de kale bergtoppen. Achter die bergen 
                          moet het Meer van Blidinje liggen.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Achter 
                        de bergen ligt het Meer van Blidinje  | 
                     
                      |  
                          Om half acht bereiken we de asfaltweg, die weer steil 
                          omhoog gaat. Ik klim nu een stuk sneller dan Corrie, 
                          wat betekent dat zij echt kapot is. De pashoogte ligt 
                          op 1400 m. Dan volgt een heerlijke afdaling naar 1200 
                          m. In de verte zien we het Meer van Blidinje liggen, 
                          maar niets dat op een motel lijkt. Om kwart over acht 
                          stoppen we aan de oever van het meer bij een vakantiehuis, 
                          waar we mensen zien lopen. Zij vertellen ons dat het 
                          motel nog 5 km verder is. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Meer van Blidinje in de schemering  | 
                     
                      | We doen onze 
                          lichten en gele hesjes aan en fietsen dan nog 5 km in 
                          de avondschemering. We hebben nu vals plat met tegenwind, 
                          maar zien de lichtjes van het motel steeds dichterbij 
                          komen. Nog even, en het leed is geleden. Het vooruitzicht 
                          van een warme maaltijd, een hete douche en een comfortabel 
                          bed geeft ons kortstondig nieuwe energie. Het parkeerterrein voor 
                          het motel staat vol met auto's.
 "Misschien is alles wel volgeboekt" 
                          zeg ik half voor de grap en half bezorgd wanneer Corrie 
                          naar de receptie loopt. Ze keert terug met goed nieuws 
                          en slecht nieuws.
 "Er zijn geen lege kamers meer."
 "Je maakt een grapje."
 "Nee, echt waar. Maar we kunnen hier wel eten en 
                          we mogen in de tuin kamperen."
 "We kunnen toch ook wel douchen?"
 "Nee, helaas niet. Er zijn alleen maar douches 
                          in de kamers."
 We zetten snel de tent op en genieten van een uitstekende 
                          maaltijd in het restaurant. Voor we gaan slapen, warmen 
                          we een paar liter water op voor een snelle maar heerlijke 
                          bidondouche op het donkerste plekje in de tuin van het 
                          motel. Na bijna 8 uur fietsen (dus exclusief pauzes) 
                          en 1700 m klimmen vallen we als een blok in slaap.
 
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Zondag 
                          27 mei 2018. Van Draga naar Livno, 72 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We ontbijten 
                          in het motel, waar we ook wat brood voor de lunch kunnen 
                          krijgen. Corrie vraagt gelijk hoe de kwaliteit van de 
                          route door de bergen naar het Meer van Rama is. Daar 
                          had ik vandaag heen willen fietsen, om daarna een route 
                          te kunnen volgen die Erik 
                          van den Boom acht jaar geleden in de omgekeerde 
                          richting heeft gefietst."Hier zeggen ze dat de weg naar dat meer minstens 
                          zo slecht is als het grindpad van gisteren", 
                          vertelt Corrie. We concluderen dat het waarschijnlijk 
                          een prachtige route is, maar dat we vandaag toch liever 
                          op asfalt fietsen. We vouwen de grote kaart 
                          van Bosnië open en gaan op zoek naar 
                          een alternatieve route. De handigste route gaat via 
                          Tomislavgrad, Livno en Glamoc naar Drvar. Helaas lopen 
                          tussen Tomislavgrad en Livno alle binnenwegen dood, 
                          zodat we daar over een drukkere weg moeten fietsen. 
                          Het is vandaag wel zondag, dus veel vrachtverkeer zal 
                          er niet zijn. We besluiten om het er maar op te wagen.
 
 Om half tien zitten we weer op onze fietsen. Eerst fietsen 
                          we 7 km terug langs het Meer van Blidinje, ditmaal met 
                          vol daglicht, vals plat naar beneden en de wind in de 
                          rug.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Meer 
                        van Blidinje in de ochtend  | 
                     
                      | Na 
                          Tomislavgrad wordt het, zoals te verwachten was, drukker 
                          op de weg. Niet angstaanjagend, maar wel zodanig dat 
                          fietsen niet ontspannend is. De laatste 7 km voor het 
                          Meer van Buško zijn we blij met een lange afdaling, 
                          waar we zo hard naar beneden gaan dat auto's achter 
                          ons blijven. Bij het meer slaan we af naar een iets 
                          minder drukke weg. We vinden een mooie picknickplek 
                          naast een islamitische begraafplaats met uitzicht op 
                          het meer. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Islamitische 
                        begraafplaats bij het Meer van Buško  | 
                     
                      | We fietsen 
                          verder onder een dreigende buienlucht door een stenig 
                          en struikerig karstlandschap , 
                          waar kuddes geiten het gras kort houden. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kudde 
                        geiten  | 
                     
                      | In een 
                          tuin langs de weg staat een prachtige stenen wereldbol. 
                          Tuinglobes  
                          heb je in alle soorten en maten, maar dit is echt een 
                          joekel. Misschien woont hier net zo'n kaartenfreak als 
                          ik (zie dit 
                          topic )! | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Wereldbol 
                        in tuin  | 
                     
                      | Wanneer 
                          we Livno naderen, wordt het weer druk op de weg. Dat 
                          is de keerzijde van doorfietsasfalt. We zijn in ieder 
                          geval weer een stuk verder gekomen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Maandag 
                          28 mei 2018. Van Livno naar Glamoč, 39 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          's Ochtends gaan we eerst koffie drinken in Livno. 
                            De eerste 10 km moeten we weer over een doorgaande 
                            weg fietsen, dus kan de ochtendspits maar beter voorbij 
                            zijn. Een nadeel is dan wel dat het gelijk al heet 
                            is. Ruim voor de ochtendspits gaan fietsen was hier 
                            ook geen optie, omdat je zo vroeg nog niet kunt uitchecken 
                            in het hotel. Bovendien ben ik geen ochtendmens. Bij 
                            normale temperaturen voel ik me later op de dag fitter 
                            dan 's ochtends vroeg. Corrie is wel een ochtendmens 
                            en zij kan ook goed tegen hitte, maar ze is sneller 
                            moe wanneer we tot de avond doorfietsen.Vandaag kunnen we treuzelen, want het is amper 40 
                            km naar Glamoč, waar een hotel is. Ook hebben 
                            we in de bewoonde wereld weer internet, omdat de receptioniste 
                            in Livno feilloos de juiste instellingen voor een 
                            Bosnische prepaid telefoonkaart kende.
 Na Glamoč is er 65 km vrijwel onbewoond gebied 
                            tot aan Drvar. Wild kamperen is daar niet verstandig 
                            omdat er veel gevochten is en er nog landmijnen en 
                            blindgangers liggen op plekken die wij niet kennen. 
                            We zouden ook nog wel 105 km op een dag af kunnen 
                            leggen, maar dan zouden we geen tijd meer hebben voor 
                            fotosessies, bijzondere ontdekkingen en ontmoetingen 
                            en - last but not least - siësta's. Met een Nederlandse 
                            doorfietsmentaliteit kun je niet van de Balkan genieten.
 Tot Glamoč zijn er niet veel plekken die uitnodigen 
                            om af te stappen. Een picknick bij het Veselinjeklooster 
                            wordt verstoord door een vage oude man, misschien 
                            wel de dorpsgek, die onverstaanbare dingen tegen ons 
                            zegt en ongemakkelijk dicht bij ons bankje blijft 
                            hangen. Een kilometer verder staan enkele verweerde islamitische 
                            grafstenen als paddestoelen in het veld. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oude 
                        islamitische grafzerken  | 
                     
                      | In 
                          Glamoč zijn de gevolgen van de Bosnische oorlog 
                          goed zichtbaar. Het stadje is doorspekt met afgebrande 
                          en ingestorte gebouwen. Tussen de ruïnes staan 
                          huizen die grondig of halfslachtig zijn gerenoveerd. 
                          Terassen zijn gevuld met etende, drinkende, pratende 
                          en rokende mensen, die zich niets lijken aan te trekken 
                          van het alom aanwezige lawaai van drilboren en kettingzagen. 
                           Glamoč 
                          loopt al jaren leeg. In 1931 had het stadje nog 25.000 
                          inwoners. In 1991 was dat aantal gehalveerd. Tot dan 
                          bestond circa 80 procent van de bevolking uit Serviërs, 
                          zo'n 17 procent Bosniakken en nog wat Kroaten en merkloze 
                          Joegoslaven. In 1992 werd Glamoč veroverd door 
                          Servische troepen (zie deze 
                          video), die vervolgens een etnische zuivering 
                          uitvoerden. Drie jaar later namen Kroatische troepen 
                          de stad in (zie deze 
                          video). Serviërs sloegen toen massaal 
                          op de vlucht. Hun plek werd voor een deel weer ingenomen 
                          door vluchtelingen uit delen van Bosnië waar Servische 
                          troepen de baas waren gebleven. Van hen zijn sommigen 
                          in Glamoč gebleven. Ook is een deel van de gevluchte 
                          Serviërs later teruggekeerd. In 2013 telde de stad 
                          nog maar 4000 inwoners, waarvan 44 procent Serviërs, 
                          32 procent Bosniakken en 23 procent Kroaten.  Het 
                          hotel waar we bivakkeren, is niet gevuld met toeristen 
                          maar met bouwvakkers. 's Avonds willen we hier uitchecken, 
                          zodat we morgen vroeg kunnen vertrekken. De baas van 
                          het hotel vinden we in de bar, omringd door kettingrokende 
                          klussers met bierbuiken en tatoeages. "Toen de wederopbouw op gang kwam, zijn we 
                          hier weer gaan wonen", vertelt hij. "We hoopten 
                          dat alles hier weer op zou bloeien. De laatste tijd 
                          vraag ik me steeds meer af wat er met dit land gaat 
                          gebeuren. Misschien gaan we wel weer terug naar Oostenrijk. 
                          Waarom zou ik mijn kinderen hier op laten groeien?"
 We lopen weer terug naar onze kamer.
 "Als ik die mannen hier zo zie zitten, allemaal 
                          in de veertig, vraag ik me wel af wat zij hier 25 jaar 
                          terug allemaal hebben uitgespookt", zegt Corrie. 
                          Dit zal iedereen zich 
                          hier wel afvragen.
 
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dinsdag 29 mei 2018. 
                        Van Glamoč naar Drvar, 65 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Om 
                          zeven uur stappen we op onze fietsen. Eerst nog even 
                          naar de bakker om vers brood en iets voor bij de koffie 
                          te halen, dan verder noordwaarts. Als we bijna de stad 
                          uit zijn, valt mijn oog op een islamitisch oorlogsmonument, 
                          herkenbaar door de bouwstijl en een korantekst. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Islamitisch 
                        oorlogsmonument  | 
                     
                      | Na 10 km 
                          verlaten we de hoofdweg en even later gaat het asfalt 
                          over in goed befietsbaar grind. Dan zien we een dorp 
                          liggen, waarvan de meeste huizen niet meer bewoond worden. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Verlaten 
                        dorp  | 
                     
                      | Aan de 
                          andere kant van de weg ligt een begraafplaats met Servische 
                          teksten op de graven.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Grafzerken 
                        met Servische teksten  | 
                     
                      | Dan valt 
                          mijn oog op een nieuwe grafsteen voor twee mensen die 
                          blijkbaar nog niet zijn overleden. Namen, geboortejaren 
                          en foto's staan al op de steen, maar een exact sterfjaar 
                          ontbreekt bij beiden. Wel wordt verwacht dat ze de volgende 
                          eeuw niet meer zullen halen... | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Sterfjaar 
                        onbekend  | 
                     
                      | Een orthodoxe 
                          kerk met een rood dak is hier het enige gebouw dat na 
                          de oorlog hersteld is. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Eenzame 
                        kerk tussen vernielde huizen  | 
                     
                      | Om half 
                          tien hebben we er 24 km opzitten. Hoog tijd voor koffie, 
                          maar waar? De vrijwel boomloze polje  
                          waar we ons bevinden, heeft veel weg van een gatenkaas. 
                          Naast blindgangers en landmijnen moeten we in dit karstlandschap 
                          ook nog beducht zijn op verdwijngaten. Er staan hier 
                          nergens waarschuwingen voor mijnenvelden, dus gaan we 
                          dichtbij de weg op een vlak stuk kalksteen zitten, waar 
                          we redelijk safe en comfortabel koffie kunnen zetten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kalksteen 
                        in de polje  | 
                     
                      | Na de koffie 
                          fietsen we verder over de verlaten weg met hier en daar 
                          een spookdorp. Huizen zijn er vakkundig vernield. In 
                          die huizen kunnen nog boobytraps  
                          liggen. De weinigen die naar deze streek zijn teruggekeerd, 
                          bouwden liever een nieuw huis in een dorp dat nog bewoond 
                          is. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Een paar uur 
                        lang zien we alleen maar spookdorpen   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Om 11 uur 
                          zijn we het hoogste punt van vandaag, iets boven de 
                          1000 m, gepasseerd. We hebben nu een wijds uitzicht 
                          over het kale karstlandschap , 
                          waar een eenzame herder zijn geiten gaat grazen. Nu 
                          is alles nog groen en staat alles in bloei, maar wie 
                          hier in september fietst, zal waarschijnlijk een dorre 
                          steppe aantreffen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Karstlandschap   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Nog 10 km verder zien we de 
                        bewoonde wereld voor ons opdoemen en volgt een mooie afdaling. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        op de bewoonde wereld  | 
                     
                      | Aan 
                          het begin van de middag hebben we 50 km afgelegd. Het 
                          is nu bloedheet en een koel terras of een mooie siëstaplek 
                          zou meer dan welkom zijn. Tot onze verrassing staat 
                          er ineens een overdekte picknickbank met een vlag en 
                          reclame op de overkapping, tegenover een huis waarvan 
                          we denken dat het wel een café zal zijn. We gaan 
                          zitten en wachten af of er iemand komt vragen wat we 
                          willen drinken. Er komt echter niemand. Wel zien we 
                          dat er bij het huis wat jongens rondhangen bij een krat 
                          met lege bierflesjes. Ik loop erheen en probeer erachter 
                          te komen of dit een café is. De jongens spreken 
                          echter geen woord over de grens, of hebben daar geen 
                          zin in. Wel haalt een van hen een oude man, die hier 
                          blijkbaar de baas is. De man neemt mij mee naar binnen 
                          en wijst naar een krat bier en wat kleine kartonnetjes 
                          waar vermoedelijk frisdrank inzit. Het is net half één 
                          geweest en voor bier vind ik het nog wat vroeg, maar 
                          verder is alles beter dan warm bidonwater. Ik koop een 
                          paar kartonnetjes en loop terug naar de picknickbank."Het lijkt me eerder een soort hangplek dan 
                          een café", zeg ik. "Laten 
                          we ons eigen brood hier maar opeten, want in dat huis 
                          is niks te koop."
 Na de lunch begint Corrie aan een siësta, terwijl 
                          ik de route voor de komende dagen bestudeer en regelmatig 
                          een blik op het huis werp. Daar stopt af een toe een 
                          busje, dat de jongens meeneemt of andere jongens daar 
                          aflevert. Ik vermoed dat het jongeren zonder vast werk 
                          zijn, die daar wachten tot iemand mensen nodig heeft 
                          voor de een of andere klus. De oude man heeft vroeger 
                          misschien een kroeg gerund en verdient hier nu nog wat 
                          met hand- en spandiensten voor een koppelbaas - wie 
                          zal het zeggen?
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Overdekte 
                        picknickbanken  | 
                     
                      |  
                          We blijven een paar uur wachten op een onweersbui 
                            die maar niet wil gaan vallen. Er vallen wat spetters 
                            en dan klaart het toch weer op. Tegen half drie besluiten 
                            we om weer verder te fietsen.Veertig minuten later rijden we Dvrar binnen en barst 
                            het noodweer toch nog los. Een paar honderd meter 
                            verder vluchten we een rokerig café in, waar 
                            we een dik uur blijven zitten en gelijk op zoek gaan 
                            naar een overnachtingsplek. Er is een hotel in de 
                            stad, maar Corrie vindt op haar smartphone ook een 
                            appartement. Ze boekt er een overnachting voor 20 
                            euro.
 
 Wanneer we geen hagelstenen meer op het dak horen 
                            knallen, trekken we onze regenjacks aan en gaan we 
                            op zoek naar het appartement. Op de plek waar het 
                            volgens de smartphone zou moeten zijn, staat niets 
                            dat lijkt op de foto die op de boekingssite staat. 
                            De naam van de straat klopt niet eens. Gelukkig is 
                            Drvar geen wereldstad, al zal iedereen die voor 1990 
                            op een Joegoslavische school heeft gezeten, wel geleerd 
                            hebben dat hier een grot is waar Tito zich in de Tweede 
                            Wereldoorlog heeft verstopt voor de Duitsers.
 Uiteindelijk vinden we de juiste straat. Tegenover 
                            het huis is een garage waar we even kunnen schuilen 
                            terwijl Corrie de verhuurder van het appartement belt. 
                            Na enig heen en weer praten met iemand die niet zo 
                            goed Engels spreekt, lukt het haar om duidelijk te 
                            maken dat we pal tegenover het appartement staan.
 Een oude man opent de deur en begeleidt ons naar een 
                            onwijs grote verdieping in een sfeervolle Villa Kakelbont. 
                            Terwijl hij uitlegt hoe alles hier werkt, schenkt 
                            hij drie glaasjes rakija in en drinkt het zijne gelijk 
                            leeg. Ik neem een paar slokken en ook Corrie doet 
                            haar best. Wanneer de man even wat gaat halen, kiepert 
                            ze haar glas leeg in de gootsteen. Dat had ze beter 
                            niet kunnen doen, want zodra de man weer terug is, 
                            giet hij haar glas met een vrolijke blik weer vol.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Woensdag 30 mei 
                        2018. Van Drvar naar Kulen Vakuf, 47 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We vertrekken 
                          weer vroeg uit Drvar en beginnen met een klim van 250 
                          m. De zon tegemoet, terwijl boven het dal van de Unac 
                          nog een wolkendek hangt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Wolken 
                        boven het dal van de Unac  | 
                     
                      | Dan volgt een mooie afdaling 
                        naar het dal van de Una, dat 400 m lager ligt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        op het dal van de Una bij Martin Brod  | 
                     
                      | Beneden 
                          in Martin Brod treffen we een spektakel van stromend 
                          en vallend water, oververzadigd met kalk uit de karstbodem. 
                          Overal waar dit water terecht komt, kunnen kalkdeeltjes 
                          neerslaan die zich op kunnen hopen tot kalktuf (niet 
                          te verwarren met tufsteen, dat een vulkanische oorsprong 
                          heeft). Hier is kalktuf uitgegroeid tot natuurlijke 
                          dammen, die het rivierwater opstuwen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Watervallen 
                        en stroomversnellingen bij Martin Brod   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We drinken 
                          appelsap van een lokale fruitkweker op een terras bij 
                          een watermolen, waar ook een oervorm van de wasmachine 
                          is te zien. Zo dicht bij het koele water hebben we geen 
                          last van de hitte. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Waterkrachtwasmachine 
                        bij Martin Brod  | 
                     
                      | Om drie 
                          uur zijn we in Kulen Vakuf. Daar vinden we een overdekt 
                          terras, net op tijd voor de stortbui die we aan zien 
                          komen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Naderende 
                        stortbui in Kulen Vakuf  | 
                     
                      | Vier minuten later 
                        heeft het noodweer onze plek bereikt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vier 
                        minuten later  | 
                     
                      | Voor het 
                          eerst op onze tocht zien we hier ook een Bed & Bike 
                          bordje. Wij fietsen echter door naar de camping, want 
                          de regen duurde maar kort en het klaart al op. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Bed 
                        & Bike in Kulen Vakuf  | 
                     
                      | Het gras 
                          is nog drijfnat van de regen. We zetten snel de tent 
                          op en gaan naar het eetcafé. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Camping 
                        in Kulen Vakuf  | 
                     
                      | Vanuit het eetcafé zien 
                        we witte wieven boven de Una hangen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Una 
                        bij Kulen Vakuf  | 
                     
                      | Hoog boven 
                          de camping valt nog een laatste glimpje zon op het kasteel 
                          van Ostrovica. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kasteel 
                        van Ostrovica  | 
                     
                      | Donderdag 31 mei 
                        2018. Van Kulen Vakuf naar Orašac, 20 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het is 
                          fris en nevelig wanneer we vertrekken. Na een paar kilometer 
                          zien we het dorpje Klisa oplichten in de zon. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Gezicht 
                        op Klisa  | 
                     
                      | Hoog 
                          boven Orašac  
                          torent de ruïne van een middeleeuwse burcht uit. 
                          Deze werd later door de Turken versterkt en uitgebreid 
                          met een omwalling, waarbinnen ook een moskee gebouwd 
                          werd. Eeuwenlang lag hier de grens tussen het Habsburgse 
                          en Ottomaanse rijk. Aan de westzijde van deze grens, 
                          in de Kroatische Krajina , 
                          stimuleerden de Habsburgers immigratie van christelijke, 
                          anti-Turkse Serviërs uit het Ottomaanse Rijk. Aan 
                          de oostzijde, in de Bosnische 
                          Krajina , moedigde de Turkse sultan de vestiging 
                          van moslims en de bekering van christenen aan. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ruïne 
                        van Orašac  | 
                     
                      | We volgen 
                          een verlaten grindweg langs de Una. Deze weg eindigt 
                          bij een grote waterval. Daar willen we koffie drinken, 
                          maar 4 km eerder ziet Corrie al een terras bij een pension 
                          annex camping. We gaan er zitten en even later drinken 
                          we koffie met de eigenaar van het pension."Gisteren had ik hier nog gasten", 
                          vertelt hij. "Zij bleven hier ook eten. Ik 
                          heb toen een visschotel voor ze gemaakt."
 Corrie vraagt of de camping al open is.
 "Jazeker. Hiernaast kunnen wat tenten en campers 
                          tussen de fruitbomen staan."
 "Soms zoeken we overnachtingsplekken op het 
                          internet", vervolgt Corrie. "Maar 
                          niet alles is online te vinden."
 "Ons pension ook niet, want we zien het liefst 
                          gasten die via via van ons hebben gehoord, of hier bij 
                          toeval langskomen, zoals jullie. Met booking.com krijg 
                          je veel meer Arabieren en ander raar volk in huis. Wij 
                          hebben liever gasten uit Noord-Europa, want dat zijn 
                          tenminste betrouwbare mensen. We hebben ook wel eens 
                          Arabieren over de vloer gehad, maar ik zit er niet op 
                          te wachten. Ze zijn onbeleefd, maken een hoop rotzooi 
                          en doen hier alles wat in hun eigen land verboden is. 
                          Dat wil zeggen, de mannen. Hun vrouwen mogen 
                          niks. Waar fietsen jullie nu naartoe?"
 "Vandaag naar Bihac en morgen naar Plitvice."
 De man grijnst en schud zijn hoofd. "Plitvice? 
                          Waarom wil iedereen daar toch heen? Het is er duur en 
                          druk geworden door al die Chinezen. Echt een gekkenhuis 
                          daar. Gaan jullie eerst nog naar de watervallen aan 
                          het eind van deze weg"
 "Jazeker, en na die watervallen willen we door 
                          het bos omhoog fietsen, zodat we de grote weg kunnen 
                          omzeilen."
 De man schudt opnieuw zijn hoofd. "Daar kun 
                          je niet fietsen. De weg door dat bos is nog slechter 
                          dan die langs ons huis en gaat steil omhoog."
 "We zullen het wel zien. Als het niks is, rijden 
                          we wel een stukje om."
 We fietsen 
                          het laatste stukje naar de watervallen en zetten de 
                          fietsen daar aan een picknickbank vast. Te voet lopen 
                          we verder over trappen en vlonders langs de oever van 
                          de Una. De grote waterval is indrukwekkend.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Strbacki 
                        waterval  | 
                     
                      | Corrie 
                          had in onze reisgids al gelezen dat je op de Una fantastisch 
                          kunt raften. Ze leek ook wel zin te hebben om het eens 
                          met mij te proberen, op een stuk van de rivier dat geschikt 
                          is voor beginners. Zelf ben ik bepaald geen waterrat. 
                          Met zwemmen heb ik vroeger alleen het meest simpele 
                          diploma gehaald, omdat ik het verschrikkelijk vond om 
                          onder water te zwemmen. Ook heb ik geen talent voor 
                          zo'n beetje alles waarbij je snel moet kunnen reageren 
                          in chaotische en gevaarlijke situaties. Daarom heb ik 
                          ook nooit leren skieën, terwijl ik wel graag ga 
                          langlaufen (zoals hier  
                          en hier ). 
                          Hier is het al spannend om te zien hoe geoefende rafters 
                          te werk gaan. Eerst gaan ze met een rubberboot de rivier 
                          op tussen de grote en de kleine waterval. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Rafters 
                        starten tussen de grote en de kleine waterval  | 
                     
                      | Dan glijden ze met de boot van 
                        de kleine waterval. De gele boot die wij vanaf verschillende 
                        standpunten met onze camera's volgen, doet dat best goed. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Rafters 
                        glijden van de kleine waterval  | 
                     
                      | De volgende 
                          ploeg moet vechten tegen het kolkende water, maar houdt 
                          de boot nog onder controle. Verder stroomafwaarts raken 
                          ze wel een peddel kwijt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Gevecht 
                        met het kolkende water  | 
                     
                      | Daarna zien we er eentje kapseizen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kapseizende 
                        boot  | 
                     
                      | In de chaos die dan volgt, moet 
                        iedereen uit het water zien te komen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Chaos 
                        na de crash  | 
                     
                      | Corrie heeft 
                          het nu maar niet meer over een rafting-lite-tripje voor 
                          senioren met watervrees, als er al zoiets bestaat. We 
                          lopen terug naar de fietsen om te gaan lunchen. Zodra 
                          we wat verder van het koele water verwijderd zijn, is 
                          het gelijk bloedheet. Veel animo om nu nog over een 
                          slecht bospad bergopwaarts te fietsen, hebben we niet 
                          meer. "We 
                          kunnen ook hier blijven en straks de tent opzetten bij 
                          die aardige mensen waar we vanochtend koffie hebben 
                          gedronken", stelt Corrie voor. Dat lijkt me 
                          geen slecht idee. Gewoon een dagje lanterfanten bij 
                          een wilde rivier. De enige keer dat we een rustdag hadden, 
                          is alweer 16 dagen terug in het Kosovaarse Jakovë. 
                          We lopen naar het café bij de parkeerplaats en 
                          nemen nog een paar koppen Bosnische koffie. Met de reisgids 
                          en een verse krant op de iPad komen we de hete uren 
                          weer goed door. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Bosnische 
                        koffie  | 
                     
                      |  
                          Aan het eind van de middag fietsen we terug naar 
                            onze eerste koffiestop, waar we hartelijk worden ontvangen. 
                            Stiekem hopen we dat onze gastheer nog wat eten in 
                            voorraad heeft en - net als gisteren - ook voor zijn 
                            gasten wil koken. We worden echter niet uitgenodigd 
                            en gaan het liever ook niet vragen. Later komen zijn 
                            broer en schoonzus langs en die blijven ook eten. 
                            We snappen dat zij niet op ons zitten te wachten. 
                            Geen probleem, want we hebben nog noodrantsoen bij 
                            ons, dat we zeker niet mee terug naar huis willen 
                            nemen: de laatste gedroogde maaltijd uit het Leidse 
                            filiaal van een bekende outdoorwinkel. Even water 
                            koken, in het pak gooien en na tien minuten ligt er 
                            een warme maaltijd op onze borden te dampen.Dan zetten we de tent op het versgemaaide gras tussen 
                            de fruitbomen. Deze kampeerplek doet niet onder voor 
                            een NTKC-terrein of een Deense overnatning-i-det-fri-tuin.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kamperen 
                        tussen de fruitbomen  | 
                     
                      | Vrijdag 1 juni 2018. 
                        Van Orašac naar Bihać, 45 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Helaas moeten we het dal van de Una nu verlaten omdat 
                            er in de kloof bij de watervallen geen ruimte voor 
                            een weg is. Het plan om daar door de bossen te fietsen, 
                            hebben we definitief geschrapt. Voordat het heet wordt, 
                            willen we de eerste klim van 400 m achter de rug hebben. 
                            Dus nemen we de asfaltweg, al betekent dat wel dat 
                            we later wat langer een grote weg moeten volgen. Halverwege de klim zetten we koffie bij een tappunt 
                            met bankjes. Het moet goed water zijn, want een automobilist 
                            vult er een tiental grote jerrycans mee. Hij is eigenaar 
                            van een pension en laat er geen twijfel over bestaan 
                            dat hij de kwaliteit van dit bronwater veel beter 
                            vindt dan wat er bij hem uit de kraan komt. We hebben 
                            het vaker gezien, auto's die stoppen bij een bron 
                            of een kraantje langs de weg.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Pauzeren 
                        bij een bron  | 
                     
                      | Naast deze 
                          bron ligt een islamitische oorlogsbegraafplaats. Hier 
                          liggen mannen die zijn omgekomen in 1992, toen het beleg 
                          van Bihać  begon. Drie jaar lang bleef 
                          Bihac een enclave, die werd omsingeld door Servische 
                          troepen. Tot 1995, toen het Kroatische leger de Serviërs 
                          uit Kroatië en het westen van Bosnië verdreef. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Islamitische 
                        oorlogsgraven  | 
                     
                      | Na 
                          het klimmen bereiken we de grote weg naar Bihać, 
                          die aan het eind van de ochtend niet heel erg druk blijkt 
                          te zijn. Bovendien fietsen we nu 11 km lang steeds sneller 
                          naar beneden. Met snelheden tussen de 40 en 60 km/uur 
                          vliegen we over het hete asfalt. Dan zijn we weer terug 
                          bij de Una, die nu door een breed dal stroomt. Daar 
                          fietsen we verder over een rustige weg op de andere 
                          oever. Zodra we in de volle zon slechts 20 m moeten 
                          klimmen, voel ik mijn ingebouwde hitte-alarm al afgaan. 
                          Het is nog maar 12 uur wanneer we voor de poort van 
                          een schaduwrijke camping staan, maar we beseffen dat 
                          het hier de komende uren een stuk aangenamer zal zijn 
                          dan in Bihać.We zetten de tent op, gooien de wasmachine vol en wringen 
                          de gewassen kleren goed uit. Dan span ik een lijn tussen 
                          een paar bomen, hang de was op en blijf minstens een 
                          half uur op het koele gras liggen.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Voor 
                        pampus op de camping  | 
                     
                      | Later 
                          gaan we naar de oever van de Una om de bui te zien vallen 
                          die we al de hele middag verwachten. Hier blijft het 
                          echter bij een paar spetters, terwijl 5 km verder de 
                          hel losbreekt. We gaan wat eten, zodat we later nog 
                          tijd hebben om een rondje te fietsen. De camping hebben 
                          we nu wel gezien. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dreigende 
                        lucht boven de Una  | 
                     
                      | 's Avonds 
                          fietsen we heen en weer naar Bihać, waar we aanschuiven 
                          op een van de terrassen waar stadsbewoners deze zwoele 
                          avond doorbrengen met ijskoffie en lokale brouwsels 
                          van de Bihaćka 
                          pivovara . Hoewel de meeste mensen hier Bosniakken 
                          zullen zijn, krijg ik niet de indruk dat men zich nu 
                          veel aantrekt van de ramadan. Dan zien we enkele vrouwen 
                          met zwarte hoofddoeken, hijabs en nikabs voorbijlopen 
                          in gezelschap van hun niet bijzonder opvallende mannen 
                          en jonge kinderen. Iedereen kijkt nu even op, sommigen 
                          met een verbaasde of afkeurende blik. Ik vermoed dat 
                          dit zo'n groep Arabische toeristen is, waar onze gastheer 
                          van gisteren het bij de koffie al over had (zie dit 
                          artikel ). | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Zaterdag 2 juni 2018. Van Bihać naar 
                        Plitvice, 51 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vandaag 
                          willen we Plitvice bereiken. Dat is niet ver, maar wel 
                          een stuk omhoog. Rond half acht verlaten we de camping 
                          onder een strakblauwe hemel. Hoog boven ons zien we 
                          het pas gerestaureerde fort van Sokolac, dat samen met 
                          een minaret de oude grens van het Ottomaanse Rijk markeert. 
                         | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Fort 
                        van Sokolac  | 
                     
                      | Bihać 
                          hebben we gisteravond al even gezien, dus daar fietsen 
                          we nu snel doorheen. Voor de koffie willen we eerst 
                          een stuk geklommen hebben. 
                          We rijden nu recht op de bergen af en zien in de verte 
                          iets dat op oude graven lijkt, of een Keltische stenen 
                          cirkel. Ik maak er een foto van en kom, zoals wel vaker, 
                          pas veel later achter de betekenis. Het zijn 'spomenika ', 
                          monumenten uit de tijd van Tito, waar voormalig Joegoslavië 
                          mee bezaaid is. Op deze interactieve 
                          kaart  zijn ook deze stenen te vinden. Ze 
                          zijn hier in 1981 neergezet ter nagedachtenis van duizenden 
                          Serviërs, Joden en Roma uit Bihać, die in 
                          1941 op deze heuvel van Garavice  
                          werden vermoord. In opdracht van het fascistische Kroatië, 
                          een door Hitler en Mussolini gecreëerde marionettenstaat 
                          (zie hier ). 
                          Ik lees verder dat deze spomenik tijdens het beleg van 
                          Bihać (1992-1995) door beschietingen, en later 
                          door vandalisme, zwaar beschadigd is:'today, the 
                          spomenik complex lays in ruin, largely vandalized, marginalized 
                          and forgotten. While some modest remembrance ceremonies 
                          are still held here occasionally, the site sits mostly 
                          un-utilized, playing host mostly to the grazing sheep 
                          who flock across the hillsides.'  Er zijn plannen 
                          om dit complex te restaureren, maar je zou ook kunnen 
                          stellen dat in dit land een monument de waan van de 
                          dag pas is ontstegen, wanneer het een ruïne is 
                          geworden. Elke generatie herschrijft hier de geschiedenis 
                          en zet nieuwe monumenten neer, waar de volgende generatie 
                          weer schapen tegenaan kan laten plassen. Om verder te 
                          kunnen met elkaar, zonder te bezwijken aan een overdosis 
                          historische trauma's. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Heuvel 
                        van Garavice  | 
                     
                      | Een 
                          half uur later treffen we naast een moskee nog meer 
                          vergane glorie aan. Mooie verweerde grafstenen, zoals 
                          we die al eerder hebben gezien, maar nu met met nog 
                          goed zichtbare kleuren en teksten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oude 
                        graven  | 
                     
                      | In het 
                          laatste dorp voor de Kroatische grens kopen we koffie 
                          van onze laatste bammen (BAM staat voor Bosnische 
                          inwisselbare mark, die buiten Bosnië alleen 
                          waarde heeft voor verzamelaars van monopoliegeld). Op 
                          het terras krijgen we bezoek van een prachtige vlinder, 
                          die geduldig een fotosessie uitzit. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vlinder  | 
                     
                      | Vroeg in 
                          de middag bereiken we Jezerce. Elk huis is hier een 
                          pension, maar wij willen naar dat ene airbnb-adres waar 
                          we in de tuin kunnen kamperen. Op de online kaart staat 
                          echter niet de juiste plek aangegeven. Driemaal fietsen 
                          we 1,5 km heen en weer in de dorpsstraat, zonder het 
                          juiste huisnummer te vinden. Wanneer Corrie het aan 
                          een dorpeling vraagt, weet die het ook niet. Uiteindelijk 
                          komen we erachter dat we tussen twee huizen een zijweg 
                          in moeten fietsen. Snel zetten we de tent op in een 
                          mooie grote boomgaard, waar we twee nachten zullen bivakkeren. 
                          Hier hebben we veel meer rust en ruimte dan op de officiële 
                          camping van Plitvice, die 6 km van de ingang van het 
                          nationale park ligt en ook nog eens 300 m lager. Nu 
                          is de afstand slechts 4 km en hoeven we maar 30 m te 
                          dalen en te klimmen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Onze 
                        nieuwe kampeertuin  | 
                     
                      |  
                          Om drie uur fietsen we naar 
                            het nationale park. We merken dat we hier op bijna 
                            700 m hoogte zitten, want het is niet meer zo heet 
                            en benauwd als het de afgelopen dagen rond deze tijd 
                            was. We hebben nu tenminste weer zin om actief te 
                            zijn.  We kopen toegangskaarten 
                            voor twee dagen bij de hoofdingang, waar we eerder 
                            het gevoel hebben dat we naar een pretpark gaan dan 
                            naar een natuurgebied. Na een korte boottocht over 
                            een langgerekt meer maken we een mooie wandeling over 
                            paden en vlonders. Voor het eerst sinds Mostar lopen 
                            we weer tussen de toeristen. Dat is even wennen, maar 
                            gelukkig wordt het tegen de avond rustiger. En de 
                            wandeling is zeker de moeite waard. Morgen willen 
                            we een groter stuk gaan lopen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | In 
                        het noorden van het Nationaal Park Plitvice   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Zondag 3 juni 2018. 
                        Wandelen in Nationaal Park Meren van Plitvice. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                          fietsen weer naar de ingang van het park en lopen naar 
                          het pontje dat naar het begin van de langste wandelroute 
                          vaart. We hebben waarschijnlijk pech dat we hier precies 
                          in het weekend zijn, want er staat een lange rij toeristen 
                          op de steiger. Al zijn de vele Chinezen hier vast geen 
                          weekendgasten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | In 
                        het noorden van het Nationaal Park Plitvice  | 
                     
                      | Net als 
                          enkele dagen terug in Martin Brod, gutst ook hier water 
                          over natuurlijke dammen van kalktuf (zie hier  
                          voor een beschrijving van dit proces). | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Water 
                        gutst over rotsen van kalktuf   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het waterballet 
                          is hier nog wat grootser en spectaculairder dan in Martin 
                          Brod, en goed te bekijken vanaf vlonders en knuppelpaden, 
                          die ook zonder goede wandelschoenen te belopen zijn. 
                          Helaas is het hier ook veel drukker. Net als de Baai 
                          van Kotor, de binnenstad van Dubrovnik en de wijk rond 
                          de Stari Most in Mostar, staan de Meren van Plitvice 
                          op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Een zekere mate 
                          van drukte hoort natuurlijk bij een stad, maar in een 
                          natuurgebied zou je niet het gevoel moeten krijgen dat 
                          je in de Efteling bent beland.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het 
                        is hier wel een beetje druk  | 
                     
                      | Gelukkig 
                          zijn de toeristen hier niet gelijkmatig verspreid, maar 
                          zijn ze, net als wij, eerst met een pontje overgezet. 
                          Wanneer we even wachten tot de mensen die met ons pontje 
                          zijn gearriveerd, ons allemaal gepasseerd zijn, duurt 
                          het wel tien minuten voordat de eerste passagiers van 
                          het volgende pontje hier zijn. Die pontjes hebben hetzelfde 
                          effect als stoplichten: een vloedgolf aan passanten 
                          bij groen licht en een tijdje rust bij rood licht. Zolang 
                          het ons lukt om tussen twee menselijke vloedgolven te 
                          blijven, kunnen we redelijk ontspannen genieten van 
                          de natte groene jungle om ons heen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Natte groen 
                        jungle   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Onder water 
                          is goed te zien hoe dood materiaal dat al een tijdje 
                          in het kalkrijke water ligt, wordt omhuld met een laagje 
                          kalktuf. Na zeer lange tijd kan die laag zo dik worden, 
                          dat deze het wateroppervlak bereikt. Wanneer er genoeg 
                          dingen in het water terecht komen, zoals bomen, takken 
                          en selfie sticks, kunnen deze in de verre toekomst uitgroeien 
                          tot barrières van kalktuf die het water op kunnen 
                          stuwen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Natte 
                        groen jungle  | 
                     
                      | Wanneer 
                          we weer terug zijn bij de tent, overleggen we hoe we 
                          naar Zagreb zullen fietsen. Via een rechtstreekse route 
                          door Kroatië kunnen we er al in twee à drie 
                          dagen zijn. Corrie heeft in de reisgids iets gelezen 
                          over een moerassig gebied met veel houten huizen, waar 
                          het wemelt van de ooievaars en waar nog een ouderwetse 
                          Midden-Europese sfeer hangt. "Dat is ten oosten van Zagreb", zeg 
                          ik. "Langs de oevers van de Sava. Helaas ligt 
                          dat niet op de route, tenzij we een omweg via Bosnië 
                          maken."
 "Ik zou best nog meer van Bosnië willen 
                          zien. De sfeer die je daar had, mis ik een beetje in 
                          Kroatië. Het was daar ook minder druk", 
                          vindt Corrie.
 Het roer is om. Ik begrijp wat Corrie bedoelt. Ook ik 
                          ben een beetje bang dat het binnenland van Kroatië 
                          veel op Oostenrijk of Tsjechië gaat lijken, zonder 
                          die bijzondere Balkansfeer die we de afgelopen weken 
                          hebben geproefd. Na het eten maak ik een nieuwe gps-track 
                          naar Bosanska Krupa in Bosnië. Daarvandaan kunnen 
                          we een heel stuk stroomafwaarts langs de Una fietsen, 
                          die in de Sava uitkomt.
 
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Maandag 4 juni 2018. 
                        Van Jezerce naar Bosanska Krupa, 68 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Iets na 
                          half acht fietsen we weg, heuvelafwaarts naar de grens. 
                          Dan volgen we de nieuwe route over Bosnische binnenwegen 
                          langs een lappendeken van veldjes, bosjes, fruitbomen 
                          en hooibergen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Bosnische 
                        binnenweg  | 
                     
                      | 's Middags 
                          is de Bosnische hitte ook weer terug. We vinden een 
                          perfecte picknickplek in de beeldentuin van het kasteel 
                          van Ostrozac. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kasteeltuin 
                        met beelden in Ostrozac  | 
                     
                      | Het 
                          kost Corrie weinig moeite om te integreren met de kunstwerken 
                          om haar heen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Siëstatijd    | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ondertussen 
                        maak ik een wandeling door de koele verlaten gangen van 
                        het kasteel. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Gang 
                        in het kasteel van Ostrozac  | 
                     
                      | We passeren 
                          een gloednieuwe moskee, die een beetje eenzaam tussen 
                          de velden staat. Ik vraag me af of er er geen ouder, 
                          authentieker exemplaar in de buurt was, dat gerestaureerd 
                          had kunnen worden. Of zien islamitische geldschieters 
                          liever dat er grote glimmende moskeeën worden gebouwd 
                          op plekken waar ze opvallen? Ik moet hier even denken 
                          aan de refodomes , die de laatste 
                          tijd in de Nederlndse bijbelgordel worden gebouwd. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Nieuwe 
                        moskee tussen de velden  | 
                     
                      | Dan dalen 
                          we steil af naar het dal van de Una. In de diepte zien 
                          we Bosanska Krupa liggen. De bergen aan de overkant 
                          verdwijnen in een snel groeiende donderwolk. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Uitzicht 
                        op Bosanska Krupa  | 
                     
                      | Net op 
                          tijd vinden we een tot café verbouwde vissershut 
                          op palen aan de Una. Vanaf het overdekte terras horen 
                          en zien we de bui losbarsten. De barman raadt ons aan 
                          om onze fietsen hier ook veilig en droog neer te zetten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Overdekt 
                        terras aan de Una  | 
                     
                      | We bestellen nog maar een paar 
                        koppen thee. Ondertussen leg ik het natuurgeweld vast. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Plensbui 
                        aan de Una   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Na de bui 
                          gaan we op zoek naar een winkel in Bosanska Krupa, een 
                          echte Bosnische stad met een gammele houten loopbrug, 
                          een rivierpromenade en een oud fort op een rots. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oude 
                        brug in Bosanska Krupa  | 
                     
                      | Drie torens 
                          op een rij vertegenwoordigen de meest voorkomende religies 
                          in dit land, al wonen er niet veel orthodoxen en katholieken 
                          meer in deze stad. Duizenden Serviërs, honderden 
                          Kroaten en bijna de helft van de Bosniakken die hier 
                          vroeger woonden, zijn uit Bosanska 
                          Krupa  vertrokken. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Drie 
                        geloven op een rij  | 
                     
                      | Ook karakteristiek 
                          voor deze streek zijn de vissershutten op palen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vissershut 
                        aan de Una  | 
                     
                      | 's Avonds 
                          eten we op het balkon van onze hotelkamer, met een uitzicht 
                          waar geen terras aan kan tippen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Avond 
                        in Bosanska Krupa  | 
                     
                      | Dinsdag 5 juni 2018. 
                        Van Bosanska Krupa naar Hrvatska Kostajnica, 64 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We ontbijten 
                          weer prinsheerlijk op ons balkon. Wanneer we de fietsen 
                          uit de berging komen halen, vraagt de beheerder van 
                          het hotel ons nog of we echt geen ontbijt willen. Dat 
                          wimpelen we beleefd af, want we hadden allang gezien 
                          dat de ontbijtruimte in dit hotel weer zo'n zaaltje 
                          met migrainemuziek is, waar het stinkt naar spek, gebakken 
                          eieren en sigaretten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Eten 
                        op ons balkon in Bosanska Krupa  | 
                     
                      | We fietsen 
                          door de vallei van de Una naar het noordoosten. We volgen 
                          steeds een weg op de stille oever van de rivier, tot 
                          vlak voor de Kroatische grens. We willen onderzoeken 
                          of fietsers daar de grens over kunnen, maar een man 
                          die ons vanuit zijn tuin de weg op ziet fietsen die 
                          waarschijnlijk bij de grens is versperd, schreeuwt dermate 
                          luid naar ons, dat we hem niet kunnen negeren. Wanneer 
                          we omkijken, gebaart hij dat we hier een brug over moeten 
                          om op de andere oever verder te fietsen.Dat betekent dat we voorlopig nog op de Bosnische oever 
                          blijven, want de grens blijft vanaf hier de Una en de 
                          Sava volgen. Gelukkig is er ook hier vaak wel een stille 
                          weg te vinden, die parallel loopt aan de niet idioot 
                          drukke, maar toch niet zo fijne hoofdweg.
 De Una verandert 
                          nu van een bergrivier met stroomversnellingen in een 
                          breed en traag stromend water met steeds meer stranden 
                          en ooibossen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                        Una wordt breder en trager  | 
                     
                      | De beloofde 
                          ooievaars zien we hier nog niet, wel een buizerd die 
                          bovenop een hooimijt de omgeving afspeurt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Buizerd 
                        op hooimijt  | 
                     
                      | In Bosanska 
                          Kostajnica nemen we dan toch afscheid van Bosnië. 
                          De grens ligt hier niet midden in de Una, maar loopt 
                          door de uiterwaarden aan de Bosnische kant. Tussen de 
                          grens en de rivier ligt een oud fort, waarin eeuwenlang 
                          de grens van het Habsburgse Rijk werd bewaakt, al hebben 
                          deTurken het ook nog ruim een eeuw in handen gehad. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Oud 
                        fort in Hrvatska Kostajnica  | 
                     
                      | Woensdag 6 juni 
                        2018. Van Bosanska Krupa naar Sisak, 71 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het deel 
                          van Kroatië waar we nu fietsen, is een oase van 
                          rust. Heel anders dan rond Dubrovnik en Plitvice. Zelfs 
                          een slak heeft hier een een redelijke kans om ongeschonden 
                          de overkant van de weg te bereiken. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Overstekende 
                        slak  | 
                     
                      | Na een 
                          uur fietsen wordt het terrein helemaal vlak. We zijn 
                          nu in de brede vlakte waar de Sava doorheen stroomt. 
                          Af en toe passeren we een prachtig oud houten huis. 
                          Vaak zijn deze huizen tot schuur gedagradeerd en staat 
                          er een nieuw huis van saaie prefabstenen naast. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Houten 
                        huis  | 
                     
                      | In Bobovac 
                          staan ook oudere huizen van steen, waarvan het pleisterwerk 
                          vol kogelgaten zit. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Huis 
                        met kogelgaten in Bobovac  | 
                     
                      | Volgens 
                          de OpenFietsMap zou er in Bobovac een pont over de Sava 
                          moeten zijn. Op de plek waar die ooit vandaan moet hebben 
                          gevaren, zien we echter niets dat in de verste verte 
                          op een veerboot lijkt. We hopen dat 
                          er in het volgende dorp nog wel een pont vaart. We fietsen 
                          verder over de stille rivierdijk met mooie doorkijkjes 
                          door de ooibossen. Hier zijn voor goede speurders vast 
                          wel beverburchten te vinden. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ooibos 
                        langs de Sava  | 
                     
                      | In Selišce 
                          Sunjsko bestaat de veerdienst nog wel. Een oude kabelpont 
                          vaart hier heen en weer tussen de beide oevers. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kabelpont 
                        over de Sava  | 
                     
                      | Aan 
                          de overkant is het toeristischer en zijn veel houten 
                          huizen gerestaureerd. Het dorp Čigoć is de 
                          ooievaarshoofdstad van Kroatië. Hier is ook een 
                          camping. Als we nog een serieuze klim voor de boeg zouden 
                          hebben, hadden we hier vanwege de hitte vast en zeker 
                          onze tent opgezet. Op de vlakke rivierdijk hoeven we 
                          ons echter niet zo in te spannen. Ook creëren we 
                          door te fietsen nog wat verkoelende rijwind. Dus fietsen 
                          we nu verder, al slaan we de koffie en taart op het 
                          schaduwrijke terras van de camping niet af. We zien nu 
                          ook overal ooievaarsnesten. Zou het toeval zijn dat 
                          dit dorp Čigoć heet en het Franse woord voor 
                          ooievaar cigogne is? | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ooievaarsnesten 
                        in Čigoć   | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Op de dijk hebben we mooie vergezichten over de uiterwaarden 
                        van de Sava. Koeien hebben het grazen gestaakt en zoeken 
                        nu verkoeling in het water, als op een schilderij 
                        van Albert Cuyp. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Pootje 
                        badende koeien  | 
                     
                      | In Sisak 
                          zoeken we een hotel, bij gebrek aan een camping. Tot 
                          mijn schrik komen we er bij het inchecken achter dat 
                          ik mijn ID-kaart niet meer bij me heb. Deze kaart blijkt 
                          nog onder de klep van de scanner in het vorige hotel 
                          te liggen. Gelukkig heb ik voor deze reis ook nog een 
                          paspoort bij me. Mijn ID-kaart wordt opgestuurd en enkele 
                          weken later per snailmail bij ons thuis bezorgd. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Donderdag 7 juni 
                        2018. Van Sisak naar Zagreb, 71 km | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We zetten 
                          de tocht langs de Sava voort en fietsen door een niet 
                          heel spectaculair, maar wel heerlijk relaxed huisje-kerkje-ooievaartje-landschap. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Huisje, 
                        kerkje, ooievaartje  | 
                     
                      | Om tien 
                          uur hebben we al 30 km afgelegd. In het mandenmakersdorpje 
                          Veleevec vinden we een bakker naast een café, 
                          de klassieke succesformule voor een geslaagde koffiestop. 
                          Langs de weg staat hier ook een grote mand met echte 
                          bloemen. Dat is bijzonder, want de afgelopen weken zagen 
                          we alleen maar boeketten en kransen van nepbloemen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Grote 
                        mand met bloemen in Veleevec  | 
                     
                      | Om twaalf 
                          uur hebben we er 55 km opzitten en is het nog maar een 
                          uur fietsen naar Zagreb. Dat stellen we nog even uit, 
                          want het is al veel te heet om door een grote drukke 
                          stad te fietsen. Liever liggen we nog een tijdje voor 
                          pampus in de schaduw van een grote boom in de tuin van 
                          een kerk, op loopafstand van een winkel met gekoelde 
                          dranken. Om vier uur 
                          bereiken we een appartement met binnenplaatsje voor 
                          de fietsen, vlakbij het hoofdstation van Zagreb.Tegen de avond wandelen we door de stad en vinden we 
                          zowaar een veganistisch restaurant met een terras op 
                          een binnenplaats. De menukaart is een welkome afwisseling 
                          op de gebruikelijke Balkan gerechten, waar we meestal 
                          de keuze hadden tussen heel veel vlees, kebab, karper 
                          of - als het meezat - forel en Griekse salade. Wel zien 
                          we hier weer een tafeltje waar stevig wordt gepaft. 
                          Tabak is een plant, dus is roken niet in strijd met 
                          veganisme. En zeker niet op de Balkan.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vrijdag 8 juni 2018. 
                        Dagje Zagreb | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De laatste 
                          dag blijven de fietsen binnen en maken we een voettocht 
                          langs terrassen, schaduwrijke parken, aangenaam koele 
                          kerken en musea. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Sint 
                        Marcuskerk in de bovenstad van Zagreb  | 
                     
                      | De terugreis: per trein 
                        van Zagreb naar Leiden | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Zaterdag 9 juni 
                        2018. Dagtrein van Zagreb naar Wenen en nachttrein van 
                        Wenen naar Düsseldorf. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | 's Ochtends 
                          vroeg stappen we in de eurocity van Zagreb naar Wenen, 
                          waarin we gereserveerde fietsplekken hebben. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Hoofdstation 
                        van Zagreb  | 
                     
                      | Vroeg in 
                          de middag bereiken we Wenen. Dichtbij het station vinden 
                          een park met waterpartijen en een siëstaweide met 
                          wat bomen, waar we de hete uren doorbrengen. Daar is 
                          ook een terras, waar we voor het eerst in zes weken 
                          asperges op het menu zien staan. Zo wordt de laatste 
                          avond van deze reis het spiegelbeeld van de eerste, 
                          toen we in Keulen op een vergelijkbare plek met dampende 
                          asperges en koele riesling op de nachttrein zaten te 
                          wachten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  |