|  | 
                     
                      | Fietsen 
                        door de Alpen (1) | 
                     
                      |  | 
                     
                      | In 
                          2016 fietsten we tweemaal door de Alpen. Eerst bijna 
                          3 weken in de zomer, daarna nog 2 weken in oktober. 
                          Meer dan tien passen hebben we bedwongen, variërend 
                          van de mild hellende en sierlijk slingerende keienweg 
                          over de Sint Gotthard tot het gruwelijk steile grindpad 
                          over de Mahlknechtjoch. Bij temperaturen van 35 graden 
                          aan het Lago Maggiore (eind juni) tot minus 5 bovenop 
                          de Timmelsjoch (half oktober).Eerst waren we niet eens van plan om in de Alpen te 
                          gaan fietsen. De zwanenzang van de City Night Line deed 
                          ons echter besluiten om dat jaar nog zoveel mogelijk 
                          gebruik te maken van de mooie tweepersoons couchettes 
                          die tot december 2016 nog dagelijks tussen Zürich/München 
                          en Amsterdam reden.
 Het kaartje 
                          hieronder geeft een overzicht van de routes en de bedwongen 
                          passen: de roze lijn is de 900 km lange zomertocht van 
                          Andermatt naar Salzburg, de blauwe lijn is het rondje 
                          dat we in oktober vanuit Innsbruck hebben gedaan (500 
                          km op de fiets, de rest per trein). Die tocht wordt 
                           
                          hier beschreven. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        1, 23 juni 2016: van Andermatt naar Chiggiogla (47 km; 
                        710 m klimmen, 1440 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ons 
                          plan was om in Zürich op de fiets te stappen en 
                          een paar dagen later de eerste pas te bedwingen. Een 
                          hittegolf deed ons besluiten om in Zürich de trein 
                          naar het 1000 meter hoger gelegen Andermatt te nemen, 
                          zodat we direct aan de relatief koele helft van de Sint 
                          Gotthardpas konden beginnen. De eerste 9 km delen we 
                          de weg met het snelverkeer (voornamelijk toeristen, 
                          want het doorgaande verkeer rijdt sinds 1980 door de 
                          17 km lange Gotthardtunnel). Daarna fietsen we verder 
                          naar boven over de oude pasweg, die tot 1953 door al 
                          het wegverkeer is gebruikt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Tijdens 
                          de afdaling kunnen we deze keitjesweg blijven volgen, 
                          die nu als een van de mooiste fietsroutes in Zwitserland 
                          dienst doet. Terug naar de zomerhitte in Ticino: na 
                          elke haarspeldbocht wordt het een beetje warmer... | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        2, 24 juni 2016: van Chiggiogla naar Vira (65 km; 195 
                        m klimmen, 710 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | 's 
                          Ochtends is het al warm, maar zolang we nog afdalen 
                          is dat geen probleem. In Bellinzona vinden we een schaduwrijk 
                          pleintje om te lunchen. Daarna is er geen ontkomen meer 
                          aan: meer dan 30 graden in de schaduw, ver boven de 
                          40 in de zon. Zelfs Corrie, die van zomerse temperaturen 
                          houdt, vindt het best wel warm. Mijn comfort zone eindigt 
                          al bij 25 graden, dus ik hap nu naar lucht.We waren van plan om naar het Meer van Lugano te fietsen. 
                          Dan zouden we eerst nog een stuk moeten klimmen, ruim 
                          300 meter. Vandaag is dat echt geen optie. Dus blijven 
                          we in het dal en eindigen we bij een ander meer, het 
                          Lago Maggiore.
 We stoppen bij camping Bellavista, een kleine camping 
                          met een mooi leeg tentenveldje pal aan het water. Een 
                          vriendelijke Nederlandse vrouw ontvangt ons bij de receptie. 
                          "Jullie treffen het: vandaag is het nog laagseizoen". 
                          En even later: "Dat is dan 46 frank." 
                          Oftewel 42,51 euro. Voor ons is dit de duurste camping 
                          waar we ooit hebben gebivakkeerd. Maar doorfietsen naar 
                          de volgende camping, 18 km verderop in Italië, 
                          waar we misschien wel tussen de campers moeten staan, 
                          lijkt ons nu geen goed idee.
 Even later liggen we in het water. Een paar uur later 
                          zetten we de tent op. Slaapzakken zullen we deze nacht 
                          niet nodig hebben.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                          3, 25 juni 2016: van Vira naar Porlezza (75 km; 555 
                          m klimmen, 465 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          's Ochtends vroeg wordt de hitte door een knallend onweer 
                          verdreven. We fietsen over typisch Italiaanse wegen, 
                          waar iets teveel auto's en motoren met iets teveel temperament 
                          voorbij scheuren, van het Lago Maggiore naar het meer 
                          van Lugano. Over bewegwijzerde fietsroutes bereiken 
                          we het centrum van Lugano. Daarna proberen we een lange 
                          drukke tunnel te omzeilen door een voetpad langs het 
                          meer te volgen. Dat lukt, al moeten we wel een paar 
                          keer met de fietsen een lange trap op. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We eindigen 
                          aan de Italiaanse kant van het meer op camping La Sbianca 
                          bij Porlezza. Daar mogen we voor 15 euro bivakkeren 
                          op een sjofel terrein met veel hutjes, boomwortels en 
                          een groezelig strandje met het mooie uitzicht op de 
                          foto hieronder. De muziek van de naastgelegen camping 
                          International Sport krijgen we er gratis bij. (De volgende 
                          ochtend rijden we nog geen 5 km verder langs een paar 
                          campings die er vanaf het fietspad aantrekkelijker uitzien 
                          (Costa Azurra en Ranocchio). | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        4, 26 juni 2016: van Porlezza naar Chiavenna (67 km; 510 
                        m klimmen, 445 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Bij Menaggio steken 
                        we het Comomeer over. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Langs 
                          de niet zo drukke oostoever van dit meer rijden we noordwaarts 
                          naar het veel kleinere Lago di Mezzola. Daar begint 
                          een fietspad dat naar de Zwitserse grens loopt, de Ciclabile 
                          Val Chiavenna. Dit pad wordt ook gebruikt door fietsers 
                          die de route van Paul Benjaminse naar Rome volgen. Romegangers 
                          zullen hier in een aangenaam tempo de Alpen uitfietsen. 
                          Wij gaan echter de andere kant op en ervaren deze kaarsrechte 
                          fietssnelweg als een gebed zonder end. De combinatie 
                          van vals plat en plakkerig weer zorgt ervoor dat ik 
                          deze kilometers als een loden last ervaar. Het lood 
                          zit niet alleen in de benen, het kleurt ook de lucht 
                          en de langzaam dichterbij komende bergen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                          waren van plan om iets voorbij Chiavenna de tent op 
                          te zetten, op een camping naast de Acqua Fraggia waterval. 
                          Vlak voor Chiavenna begint het echter keihard te regenen. 
                          Kamperen bij een waterval lijkt nu niet zo'n goed idee 
                          meer. We stoppen bij een comfortabel droog hotel. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        5, 27 juni 2016: van Chiavenna naar Maloja (38 km; 1550 
                        m klimmen, 90 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | 's 
                          Ochtends rijden we allereerst naar het waterspektakel 
                          van Acqua Fraggia. Dat valt niet tegen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Corrie fietst een extra rondje door de regenboog. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Na 
                          de waterval rijden we nog 6 km langs de autovrije Ciclabile 
                          Val Chiavenna, maar na de Zwitserse grens is het uit 
                          met de pret. Het fietspad gaat daar niet verder. Toch 
                          lukt het ons ook hierna nog redelijk vaak om bospaden 
                          en grindwegen te volgen waarmee we de de drukke doorgaande 
                          weg zoveel mogelijk kunnen vermijden. De verkeersluwe 
                          alternatieven gaan wel wat meer op en neer, maar die 
                          extra hoogtemeters nemen we voor lief zolang het niet 
                          te gek wordt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Langzaam 
                          maar zeker naderen we de Malojapas. Daar zijn geen fietsbare 
                          bospadalternatieven, dus moeten we de grote weg volgen, 
                          waar de avondspits inmiddels op gang is gekomen. Gelukkig 
                          rijden de meeste auto's ons nu bergafwaarts tegemoet, 
                          zodat de drukte op onze rijbaan meevalt. Het grote aantal 
                          Italiaanse nummerborden verraadt dat veel bewoners uit 
                          de vallei van Chiavenna werken in de buurt van Sankt 
                          Moritz. Van een Zwitsers loon kun je in Italië 
                          prima rondkomen.De Malojapas is een brede asfaltweg die niet boven de 
                          boomgrens uitkomt. Na de klim volgt ook geen afdaling. 
                          Het echte Alpenpasgevoel missen we hier, maar we zijn 
                          wel blij dat we nu weer echt in de bergen zijn. Aan 
                          de snel dalende temperatuur merken we dat het hier een 
                          stuk hoger is dan langs de merenroute van de afgelopen 
                          dagen. Op de camping van Maloja trekken we voor het 
                          eerst op deze tocht lange broeken en thermojacks aan.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                          6, 28 juni 2016: van Maloja naar Livigno (50 km; 820 
                          m klimmen, 950 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Tussen 
                          Maloja en Sankt Moritz ligt een prachtig breed dal, 
                          dat in koudere tijden door gletschers is gevormd. In 
                          dit dal ligt een keten van meren, omringd door besneeuwde 
                          bergen. We fietsen over dezelfde paden waar we drie 
                          maanden terug nog met langlaufski's overheen zijn gegaan. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We 
                          mijden de grote weg naar de Berninapas en fietsen over 
                          redelijk berijdbare grindpaden naar de stervende Morteratschgletsjer, 
                          die goed laat zien hoe het klimaat verandert: in de 
                          zomer smelt er meer ijs weg dan er in de winter aangroeit. 
                          Bordjes langs het pad geven aan hoever de gletsjertong 
                          zich nog niet zo heel lang geleden uitstrekte. Waar 
                          honderd jaar terug nog ijs lag, beginnen nu al bomen 
                          te groeien. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Hierna 
                          reizen we een stukje met de trein. Dat scheelt 10 km 
                          fietsen en 400 m klimmen langs een drukke weg. Vanaf 
                          de Berninapas fietsen we ruim 250 m naar beneden en 
                          klimmen dan weer bijna evenveel omhoog naar de Forcola 
                          di Livigno, waar we Italië weer binnenrijden. (Bikepackers 
                          en MTB-ers kunnen hier ook het pad door de Val da Fain 
                          via Alp la Stretta en de Passo del Fieno nemen: vast 
                          nog veel mooier dan de asfaltweg, maar je moet wel weten 
                          waar je aan begint). | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Zo 
                          scoren we twee 2300-plussers op een middag, terwijl 
                          we maar half zoveel hoeven te klimmen als een dag eerder. 
                          Morgen willen we wat ruigers gaan doen: de onverharde 
                          Alpisella. | 
                     
                      | .  | 
                     
                      | Dag 
                        7, 29 juni 2016: van Livigno naar Bormio (49 km; 580 m 
                        klimmen, 1290 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                          vallei van Livigno is sinds 1840 een belastingvrije 
                          zone. De toenmalige staat (Oostenrijk-Hongarije) kende 
                          die status toe om te bereiken dat deze koude, hooggelegen 
                          uithoek bewoond bleef, zodat dit dal geen niemandsland 
                          zou worden. Later werd de belastingvrijdom door Italië 
                          en de Europese Unie bestendigd. Vandaag de dag is Livigno 
                          een kilometers lange straat met moderne nepchalets die 
                          onderdak bieden aan taxfree winkels en outlet stores. 
                          Een fatsoenlijke bakker of een sfeervolle plek om cappuccino 
                          te drinken, vinden we hier niet. Voor koffie kun je 
                          het beste doorfietsen naar Ristoro Alpisella, dat aan 
                          het fietspad langs het stuwmeer ten noorden van het 
                          dorp ligt.Vandaag willen we doorfietsen naar Bormio. Dat kan heel 
                          goed via de Passo dell'Eira en de Passo del Foscagno, 
                          maar die moeten we dan wel weer delen met Italianen 
                          die in of op hun macchina voorbijscheuren. Op de Michelinkaart 
                          staat ook een stippellijn door de Val Alpisella naar 
                          de Passo di Fraele, waarvandaan een verharde weg naar 
                          Bormio leidt. Volgens de openfietsmap is dit een MTB-route. 
                          En volgens dit filmpje is het een redelijk beschaafde 
                          grindweg door een schitterend landschap. We gaan dit 
                          gewoon proberen!
 Vanaf het stuwmeer bij Ristoro Alpisella gaat de beuk 
                          erin. Mountainbikers zoeven ons voorbij terwijl we deels 
                          trappend, deels duwend, onze fietsen door de haarspeldbochten 
                          manoeuvreren.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Tot aan de boomgrens 
                        blijft dit een steil pad met een hellingpercentage van 
                        circa 10 procent. Daarna wordt het een mild hellende, 
                        goed befietsbare grindweg met een schitterend uitzicht 
                        op de omringende bergen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                          afdaling is weer een uitdaging. Het steile pad vol kuilen, 
                          hobbels en los grind vergt het uiterste van onze bepakte 
                          fietsen met asfaltbanden (Big Apples) (oplettende lezers 
                          zal het niet zijn ontgaan dat we voor deze berggeitentocht 
                          niet bepaald licht bepakt waren: dat gaan we op onze 
                          tweede Alpentocht in oktober anders aanpakken). Ver 
                          voor de bochten knijpen we al in de remmen om alles 
                          onder controle te houden. Ervaren mountainbikers met 
                          tractorbanden stuiteren ons wederom voorbij.Grof grind wordt fijn grind, fijn grind wordt asfalt. 
                          We fietsen langs een groot stuwmeer, dat 's winters 
                          een miniatuurwoestijn is maar nu langzaam weer volloopt 
                          met smeltwater van de omringende bergtoppen.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Na 
                          twee middeleeuwse stenen wachttorens volgt nog een heerlijke 
                          afdaling over de Passo Torri di Fraele. Lekker freewheelend 
                          zakken we de bewoonde wereld weer in. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Dag 8, 30 juni 2016: van Bormio naar Bagni Vecchi (7 
                          km; 270 m klimmen, 25 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          In Bormio willen we natuurlijk verder over de ultieme 
                            alpenpas, de 2758 m hoge Passo dello Stelvio (in het 
                            Duits: Stilfser Joch). Onze beenspieren zijn nu echter 
                            toe aan een rustdag. Bovendien is het vandaag geen 
                            stralend weer. Af en toe valt er een spatje regen. 
                            En wat hier een spatje is, kan daarboven een flinke 
                            vlok zijn of - erger nog - dichte mist. Morgen wordt 
                            veel beter weer verwacht, dus doen we het vandaag 
                            rustig aan. Bormio is een kuuroord met een sfeervolle 
                            binnenstad. Eerst gaan we naar een wasserette. Dan 
                            drinken we op het Piazza Cavour koffie bij een pasticceria 
                            en maken we een goed plan voor de rest van de dag. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          In Bormio zelf is geen camping. De dichtstbijzijnde 
                          campings zijn enkele kilometers de verkeerde kant op. 
                          De goede kant op, een paar honderd meter bergopwaarts 
                          aan de voet van de Stelviopas, is een oud kuurhotel: 
                          Bagni Vecchi. Omringd door warme bronnen, die de Romeinen 
                          al kenden. Er is nog een kamer beschikbaar. Niet goedkoop, 
                          maar wel een perfecte plek om ons mentaal voor te bereiden 
                          op de pas der passen. Voor het hotel is zowaar een fietsenstalling, 
                          al zullen de meeste gasten - variërend van Britse 
                          pensionado's tot Russische maffiosi - hier met een ander 
                          transportmiddel arriveren. Voorzien van teenslippers 
                          en badjassen gaan we van bad naar bad in de kelders 
                          en tuinen van het hotel. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Dag 9, 1 juli 2016: van Bagni Vecchi naar Prad (45 km; 
                          1350 m klimmen, 1870 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Zodra we op weg naar de Stelviopas 
                            zijn, worden van van alle kanten ingehaald door auto's, 
                            motoren, racefietsers en mountainbikers. In de vele 
                            korte tunnels lijken de echo's van ronkende motoren 
                            overal vandaan de komen. Niet eerder heb ik op een 
                            dag zoveel motoren voorbij zien scheuren. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ook de oldtimercub 
                        is er vandaag bij. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Maar 
                          ook aan racefietsers is geen gebrek. Minstens de helft 
                          lijkt uit Nederland te komen. 'Respect', mompelt 
                          een enkeling bij het zien van onze bagage. Op tientallen 
                          shirts is te lezen dat ze uit Poeldijk komen. Op het 
                          terras waar we koffie drinken, is plat Poeldijks vandaag 
                          de voertaal. Men wil weten welke passen we al gefietst 
                          hebben. Bij het noemen van de Gotthard, Maloja, Bernina, 
                          en Forcolo di Livigno wordt instemmend geknikt. Van 
                          de Alpisella heeft men in Poeldijk echter nog nooit 
                          gehoord. 'Dat is een grindpad', leg ik uit. 
                          'Helemaal autovrij, maar je hebt er wel dikkere 
                          banden nodig. We doen ook niet meer dan één 
                          col per dag.' Aan de blikken van de Poeldijkse 
                          racers is te zien dat ze ons nu nog gekker vinden dan 
                          ze al dachten.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Onderweg 
                          komen we langs gebouwen die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog 
                          neer zijn gezet. In 1915 liet Italië zich overhalen 
                          om een grensoorlog tegen Oostenrijk te beginnen. Ook 
                          hier was het resultaat een lange lijst gesneuvelde soldaten. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Kort 
                          voor de top slaan we een zijweg in. Slechts een paar 
                          honderd meter verder, zonder noemenswaardig hoogteverschil, 
                          ligt de Umbrailpas op de Zwitserse grens. Die kunnen 
                          we nu ook afvinken.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Net 
                          over de grens is een restaurant, waar we voor onze laatste 
                          Zwitserse franken twee borden stevige soep kunnen krijgen. 
                          Aan de overkant van de weg vormen metalen silhouetten 
                          van frontsoldaten een monument voor de koude oorlog 
                          die de Eerste Wereldoorlog voor Zwitserland was. Hoewel 
                          het land zich neutraal opstelde, werden veel Zwitserse 
                          troepen de bergen ingestuurd om de grens bewaken. Die 
                          sneuvelden niet in gevechten, maar wel door kou, uitputting, 
                          lawines en blikseminslagen.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Resten 
                          van ingestorte loopgraven zijn nog goed zichtbaar. Als 
                          ik de Frontlijnroute  
                          nog eens door zou willen trekken, zou die hierlangs 
                          moeten lopen. Al denk ik dat er maar weinig fietsers 
                          zijn die een fascinatie voor geschiedenis weten te koppelen 
                          aan de ambitie om de Stelvio te bedwingen. Sterker nog, 
                          wie echt wat wil zien van de honderd jaar oude frontlinies 
                          in de Alpen, moet het asfalt verlaten en de onverharde 
                          militaire wegen uit die tijd gaan volgen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Er rest nog 250 m klimmen tussen de Umbrailpas en de 
                          Stelvio en dat zijn best wel zware meters.  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          We wisten al dat de Stelviopas niet geheel vrij is van 
                          enige bedrijvigheid, maar de kermis die we hier nu aantreffen 
                          doet niet onder voor Volendam! Auto's, motoren, fietsen 
                          en wandelaars versperren elkaar de doorgang tussen kramen 
                          met toeristenmeuk: T-shirts, petten, koekoeksklokken 
                          en knuffelmarmotten waar muziek uitkomt. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | We lopen een stukje 
                        naar boven, waar we het commerciële slagveld comfortabel 
                        kunnen overzien. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Gelukkig is er ook 
                        nog dat ene terras met uitzicht op het dal waar we straks 
                        omlaag rijden. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Om 
                          vijf uur beginnen we aan de afdaling. Het is dan al 
                          een stuk rustiger op de weg geworden. Nu komt het mooie 
                          stuk met de 48 haarspeldbochten, die doen denken aan 
                          de afdaling van de oude Sint Gotthard, inmiddels een 
                          dikke week geleden. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Wanneer 
                          we de boomgrens weer bereiken, hebben we nog een korte 
                          picknick op een muurtje langs de weg. Daar zien we iemand 
                          met een racefiets onze kant op lopen. Zodra hij dichterbij 
                          komt, zien we dat hij op sokken loopt. Dan komt hij 
                          naar ons toe. Het blijkt een Brit te zijn.'Is it far to the top?', vraagt hij.
 'Wij waren er een half uur geleden. De andere kant 
                          op duurt wel een stuk langer', zeg ik. De Brit 
                          vertelt ons dat hij zijn fietsmaatjes kwijt is geraakt. 
                          Het was de bedoeling om in een dag heen en terug over 
                          de Stelvio te fietsen. Voor zijn vrienden was dat geen 
                          probleem. Die zijn nu vast al weer boven.
 'But I am not a cyclist', verzucht hij. 'Op 
                          de fiets kwam ik niet meer vooruit, dus ben ik maar 
                          gaan lopen. Dat gaat niet op raceschoenen, dus heb ik 
                          die maar uitgetrokken. Vanaf de top kan ik weer fietsen, 
                          no problem.'
 Corrie en ik kijken elkaar aan. We geloven niet dat 
                          hij de top vandaag nog gaat bereiken. Zeker niet op 
                          sokken.
 'Drie of vier bochten verder is een hotel met een 
                          restaurant', zeg ik.
 'Thank you for the information. Have a nice trip.' 
                          Met een stiff upper lip vervolgt de Brit zijn kruistocht 
                          op sokken.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        10, 2 juli 2016: van Prad naar Klausen (92 km; 240 m klimmen, 
                        880 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vandaag 
                          profiteren we urenlang van bergafwaarts vals plat. We 
                          fietsen de hele dag door het dal van de Etsch, grotendeels 
                          over fietspaden. Deze route maakt ook deel uit van Reitsma's 
                          route naar Rome.Aan de ene kant waarderen we hier de rust op de binnenwegen. 
                          Aan de andere kant ervaren we dit als een wat saaiere 
                          etappe die we moeten fietsen om van het ene in het andere 
                          spectaculaire gebied te komen. Het landschap kan ons 
                          minder bekoren dan tijdens de bergtochten van de afgelopen 
                          dagen. Veel moderne laagstamboomgaarden, die worden 
                          doorsneden door de gekanaliseerde Etsch, een spoorlijn 
                          en een stuk of wat drukke wegen. Op heldere dagen in 
                          het vroege voorjaar moet het hier prachtig zijn, wanneer 
                          de fruitbomen in bloei staan en de bergtoppen nog met 
                          sneeuw bedekt zijn. Nu zijn de bergen hier niet meer 
                          dan vage contouren in de heiïge verte. Bovendien 
                          wordt het in de loop van de middag warmer dan me lief 
                          is. Gelukkig is het dichtbij de rivier vol snelstromend 
                          smeltwater wat koeler.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Aanvankelijk 
                          waren we van plan om in Meran weer de bergen in te fietsen 
                          en de Jaufenpas te beklimmen. Maar na de Stelvio zijn 
                          we gaan twijfelen. De Jaufenpas zou wel eens net zo'n 
                          motorwalhalla kunnen zijn als de Stelvio. Bovendien 
                          is het een doorgaande weg, die niet alleen door toeristen 
                          wordt bereden. En het is maar de vraag of de Jaufenpas 
                          indrukwekkend genoeg is om de drukte voor lief te nemen. 
                          Met een hoogte van nog geen 2100 m zal hij maar net 
                          boven de boomgrens uitkomen.Corrie speurt de kaart af en vindt wat verder naar het 
                          oosten, aan de noordrand van de Dolomieten, een klein 
                          geel weggetje naar de Würzjoch. Die is nog 100 
                          m lager dan de Jaufenpas, maar vast niet zo bekend. 
                          We verwachten daar geen kermis. Ook kun je er overnachten 
                          in een luxe berghut. Naarmate we langer door het gecultiveerde 
                          dal van de Etsch fietsen, krijgen we steeds meer zin 
                          om snel naar de Dolomieten te gaan. Dus slaan we in 
                          Meran niet af, maar blijven we het fietspad naar Bozen 
                          volgen. Vandaag geen fotogenieke berglandschappen, alleen 
                          hier en daar wat leuke postindustriële kunst.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | In 
                          Bozen bereiken we het laagste punt van deze reis sinds 
                          we het Comomeer verlaten hebben. Ook de hitte is weer 
                          helemaal terug. Voor het eerst sinds het Lago Maggiore 
                          is het weer tropisch warm. Fietsen in de bergen mag 
                          fysiek zwaar zijn, in mentaal opzicht krijg ik er energie 
                          van - zeker bij helder weer boven de boomgrens. Fietsen 
                          in de hitte vind ik niet alleen fysiek zwaar, het put 
                          me ook mentaal uit, zeker als het saai, vlak en heiïg 
                          is. Als een vis op het droge trap ik me door mijn post-Stelviodepressie 
                          heen over het monotone fietspad dat kilometers lang 
                          tussen de spoorlijn en de rivier ingeklemd ligt. Anders 
                          dan vanochtend hebben we nu ook geen profijt meer van 
                          de geleidelijk afdaling, maar moet er echt getrapt worden 
                          om in een redelijk tempo vooruit te komen. Van een groot 
                          glas eiskaffee knap ik weer even op, net genoeg om Bozen 
                          te halen. Daar stappen we in de trein naar Klausen, 
                          dat 30 km verder en 300 m hoger ligt, met een mooie 
                          camping naast het station. Daarvandaan moeten we morgen 
                          zeker de Würzjoch kunnen halen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        11, 3 juli 2016: van Klausen naar de Würzjoch (36 
                        km; 1600 m klimmen, 200 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                          klim naar de Würzjoch is in alle opzichten boven 
                          verwachting: mooier, rustiger en steiler. Zodra we het 
                          Vilnößdal verlaten, slingert een verlaten 
                          asfaltlint lange tijd met een rücksichtslose 13 
                          procent omhoog, met fraaie uitzichten op het snel dieper 
                          wordende dal en daarachter de steil oprijzende Dolomieten. 
                         | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Corrie 
                          heeft het vandaag zwaar. Meestal klimt zij een stuk 
                          sneller dan ik, maar als het echt steil wordt stapt 
                          zij eerder af. Ik kan redelijk lang klimmen met een 
                          snelheid van 4 km/uur, terwijl zij bij zo'n lage snelheid 
                          het gevoel heeft dat ze om gaat vallen. Wordt het steiler 
                          dan 10 procent, dan gaat Corrie liever lopen, terwijl 
                          ik fietsend nog 14 procent aankan, mits het niet te 
                          lang duurt en het wegdek goed is. Gelukkig komt er op 
                          het juiste moment een bankje op een perfecte plek. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Hoewel 
                          we nog steeds in Italië zijn, is daar weinig meer 
                          van te merken sinds we aan de andere kant van de Stelviopas 
                          zijn. 'Buongiorno' is 'Grüß 
                          Gott' geworden. Dorpjes waar alles schots en scheef 
                          was, hebben plaatsgemaakt voor levensechte kopieën 
                          van modelbaanstadjes uit de catalogus van Märklin. 
                          Mussolini heeft nog geprobeerd om van Südtirol 
                          een echte Italiaanse provincie te maken, maar dat heeft 
                          de mensen hier alleen maar Tiroolser gemaakt. In menig 
                          restaurant loopt het voltallige personeel hier in dirndls 
                          en lederhosen. En op een bord Südtiroler knödel 
                          kan ik uren fietsen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vroeg 
                          in de avond bereiken we de Würzjoch, waar een comfortabel 
                          stapelbed voor ons klaarstaat. Op tafel verschijnt dampende 
                          spaghetti en schuimend Forst bier, maar dat kan me er 
                          niet van weerhouden om nog even met mijn camera naar 
                          buiten te gaan. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 12, 
                        4 juli 2016: eerst een rondwandeling vanaf de Würzjoch 
                        (16 km; 600 m klimmen, 600 m dalen) en daarna op de fiets 
                        naar Sankt Lorenzen (27 km; 115 m klimmen, 1250 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Na 
                          drie pittige fietsetappes willen we het vandaag rustig 
                          aan doen. Ook willen we eerst het mooie gebied rond 
                          de Würzjoch verkennen, voordat we in een moordtempo 
                          weer naar beneden fietsen. We laten de fietsen bij het 
                          Almgasthof staan, trekken onze wandelschoenen aan en 
                          lopen naar een berghut waar de geur van cappuccino en 
                          verse apfelstrudel ons al na een kwartier doet stoppen. 
                          Daarna volgt een lange klim langs de grillige bergwand 
                          van de Peitlerkofel, die de Würzjoch markeert. 
                         | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Na 
                          een korte afdaling bereiken we de volgende berghut, 
                          waar soep op het menu staat.Later volgen we een breed grindpad dat door frisgroene 
                          Alpenweiden slingert.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Bij 
                          een derde hut trakteren we onszelf op een groot glas 
                          apfelradler. Dan klimmen we langs de andere kant van 
                          de Peitlerkofel, waar een wandelaar laat zien hoe hier 
                          vroeger draadloos gecommuniceerd werd, oftewel een mooi 
                          staaltje van midzomerhoornblazen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Pas 
                          om zes uur zijn we terug bij de fietsen, na een stevige 
                          wandeling. Het was hier simpelweg te mooi om het rustig 
                          aan te doen!Terwijl we weer op de fietsen stappen, zien we in de 
                          verte de Monte Pelmo, badend in het warme avondlicht.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Er volgt nog een 
                        mooie afdaling, een korte klim en een snelle rit door 
                        een lange reeks tunnels. Hoe lager we komen, des te warmer 
                        het wordt. Op de camping van Sankt Lorenzen wacht ons 
                        nog een mooie zwoele zomeravond. | 
                     
                      |   | 
                     
                      | Dag 
                        13, 5 juli 2016: van Sankt Lorenzen naar Rein in Taufers 
                        (22 km; 145 m klimmen, 55 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vandaag 
                          voelen we aan den lijve dat we gisteren toch wel wat 
                          gedaan hebben. Gelukkig is het maar 4 km naar de binnenstad 
                          van Bruneck, waar de cappuccino rijkelijk vloeit. We 
                          moeten nu beslissen hoe we verder naar Oostenrijk gaan 
                          fietsen. Dat kan op drie manieren. Het makkelijkst is 
                          over fietspaden oostwaarts door het dal van de Rienz 
                          en aansluitend via de Drauradweg richting Lienz. Hoger 
                          dan 1200 m zullen we dan niet komen. De tweede optie 
                          is over het 2052 hoge Staller Sattel, via een hopelijk 
                          niet te drukke asfaltweg. We kiezen voor een derde mogelijkheid: 
                          eerst vrijwel vlak over het fietspad naar Sand in Taufers, 
                          dan een stevige klim naar het 700 m hoger gelegen Rein 
                          in Taufers. Daar begint een autovrije grindweg over 
                          de bijna 2300 m hoge Klammjoch.De temperatuur loopt vandaag weer snel op, maar zolang 
                          we vlak kunnen fietsen is het wel te doen. Onderweg 
                          koelen we even af in de schaduw van een overdekte fietsbrug 
                          boven het ijskoude water van de Ahr.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          In Sand begint de lucht te betrekken. De temperatuur 
                            stijgt nu niet meer, maar de vochtigheidsgraad wel, 
                            met als resultaat weer het heiïge, plakkerige, 
                            dufmakende weertype. Eigenlijk zouden we nu moeten 
                            beginnen aan de lange klim naar Rein, maar we wachten 
                            liever tot het wat koeler wordt. Corrie krijgt een 
                            nog beter idee.'Misschien gaat er wel een bus die fietsen meeneemt.' 
                            Navraag bij het busstation stemt hoopvol. Als er voldoende 
                            plek is, kunnen er fietsen in de bus naar Rein. Een 
                            fietskaartje kost wel 7 euro.
 Wanneer de bus is gearriveerd, schuif ik mijn fiets 
                            in het bagageruim. Er blijft dan echter te weinig 
                            ruimte over voor Corries fiets.
 'Als ik mijn fiets in tweeën deel, moet de 
                            jouwe er nog wel bij kunnen', zeg ik tegen Corrie. 
                            Ik ga op zoek naar de haaksleutel waarmee ik de koppelingen 
                            in mijn frame los kan draaien. Dan komt de chauffeur 
                            met een betere oplossing. Corries fiets mag boven 
                            in de bus tussen een paar stoelen staan. Wanneer Corrie 
                            haar portemonnee pakt om fietskaartjes te kopen, gebaart 
                            de chauffeur dat dat niet hoeft.
 'De busmaatschappij is al rijk genoeg', zegt 
                            hij laconiek en start vervolgens de motor.
 Een kwartier lang slingert de bus over de smalle weg 
                            vol bochten en tunnels naar boven. Zelfs zittend in 
                            onze stoelen kunnen we voelen dat het af en toe heel 
                            steil is. Op eigen kracht zouden we hier urenlang 
                            duwend en zwetend onderweg zijn geweest.
 In Rein is geen camping, wel een knus hotel. Dat komt 
                            goed uit, want 's avonds gaat het hier stevig onweren.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Dag 14, 6 juli 2016: van Rein in Taufers 
                          naar Lienz (74 km; 800 m klimmen, 1700 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De volgende ochtend 
                        is het perfect fietsweer met kraakheldere luchten. Op 
                        naar de Klammljoch! | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Over een mooi autovrij 
                        grindpad klimmen we langzaam naar boven. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Na 
                          een uurtje klimmen vinden we ver buiten de bewoonde 
                          wereld nog een berghut met verse taartjes en strak serviesgoed. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Ook een fietsenstalling 
                        ontbreekt hier niet. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Vroeg 
                          in de middag bereiken we de grens bovenop de Klammljoch. 
                          Een slagboom staat wagenwijd open. Van Fort Oostenrijk 
                          is hier niets te merken. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Met 
                          zwierige haarspeldbochten zakken we af naar Osttirol. 
                          Later wordt de route geleidelijk vlakker, al blijft 
                          vals plat in ons voordeel tot we Lienz bereiken. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        15, 7 juli 2016: wandelen in de bergen boven Lienz (7 
                        km; 300 m klimmen, 300 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Lienz 
                          ligt in het zonnige zuiden van Oostenrijk en dat is 
                          vandaag goed te merken. We laten ons met een skilift 
                          tot 2200 m hoogte brengen, waar het nu perfect wandelweer 
                          is. We lopen op en neer naar de Neualplseeen, een verzameling 
                          diepblauwe bergmeertjes. Ook een gebied waar we met 
                          de fiets niet kunnen komen. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Tegen 
                          de avond dalen we met de laatste lift weer terug naar 
                          de camping, waar we onze borden vullen met zelfgemaakte 
                          insalata caprese. Ook vandaag blijft de brander ingepakt. 
                          Na het eten spekken we de lokale economie nog even met 
                          eiskaffee, ditmaal op een terras aan de Hauptplatz met 
                          het markante kasteel Liebburg. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          Dag 16, 8 
                          juli 2016: van Lienz naar Bad Gastein (75 km; 1300 m 
                          klimmen, 1100 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          We hebben nog enkele dagen 
                            over om in Salzburg te komen. De mooiste route loopt 
                            zonder twijfel over de Großglockner Hochalpenstraße 
                            en verder via Zell am See en Berchtesgaden. De weg 
                            langs de Grossglockner moet bloedmooi zijn. Na een 
                            steile klim volgt niet gelijk een afdaling, maar blijft 
                            de weg 15 km lang op een neer gaan tussen de 2000 
                            en 2500 m hoogte. Qua scenery misschien vergelijkbaar 
                            met de weg over de Sognefjell in Noorwegen, waar we 
                            twee jaar geleden hebben gefietst. Ik ben echter bang 
                            dat het er nu te druk is om ontspannen te kunnen fietsen. 
                            Anders dan de Stelviopas, is de weg langs de Großglockner 
                            een moderne doorgaande weg, waar redelijk hard gereden 
                            kan worden. De beste tijd om daar te gaan fietsen, 
                            is eind september, wanneer de vakantietijd helemaal 
                            voorbij is en het hier vaak nog prima fietsweer is. 
                            Of op de jaarlijkse autovrije dag, het Glocknerkönig 
                            Radevent, al is het er dan natuurlijk wel gigadruk 
                            met sportverdwaasde racefietsers.Daarom kiezen we nu voor een minder spectaculair maar 
                            fietsvriendelijker alternatief: over de niet zo hoge 
                            maar helaas nogal drukke Iselsbergpas (die via binnenwegen 
                            en bospaden wel te omzeilen is) en dan langs de Mölltalradweg 
                            stroomafwaarts naar Obervellach. Daar moeten we een 
                            uurtje klimmen om een fietspad-zonder-naam te bereiken, 
                            dat over een oud spoorwegtalud naar Mallnitz loopt.
 | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Net 
                          op tijd vinden we een oud spoorweghuis waar we kunnen 
                          schuilen voor een onweersbui, die een half uur later 
                          een fraaie regenboog oplevert. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | In 
                          Mallnitz houdt de weg op bij de ingang van een spoortunnel. 
                          Een autotrein, waar ook een treinstel met fietsplekken 
                          aan vastzit, pendelt ieder uur tussen Mallnitz en Bad 
                          Gastein. Ook fietsers die de Alpe Adria Radweg of Paul 
                          Benjaminses route van Salzburg naar Venetië volgen, 
                          komen hierlangs. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        17, 9 juli 2016: van Bad Gastein naar Golling (74 km; 
                        400 m klimmen, 800 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Bad 
                          Gastein is een kuuroord dat, zoals veel kuuroorden, 
                          zijn beste tijd had in de Belle Epoque. Bekende bezoekers 
                          waren keizer Franz Josef en zijn vrouw Sisi, componist 
                          Franz Schubert en Johann Strauss junior. Veel later 
                          kwam de Sjah van Perzië hier regelmatig. Vanaf 
                          1960 nam het toerisme hier af en sloten veel hotels 
                          voorgoed hun deuren. Kuren in de radon bevattende bronnen 
                          was achterhaald, de jetset vloog liever naar Bermuda 
                          of Miami en voor het massatoerisme waren de Spaanse 
                          costa's aantrekkelijker. 
                          Tegenwoordig is Bad Gastein bekend als chique wintersportbestemming 
                          en conferentieoord. Er staat nog heel wat indrukwekkende 
                          architectuur, zoals het Grand Hotel de l'Europe. Mooi 
                          om langs te fietsen, maar niet half zo leuk als de prachtige 
                          vergane glorie die je in Boheemse 
                          kuuroorden  als Karlovy Vary en Marianske 
                          Lazne vindt, waar hypochonders als Karl Marx en kuikentjeskoortslijders 
                          als Goethe nog rondgelopen hebben. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | De 
                          hele dag volgen we de Alpe Adria Radweg. Die is hier 
                          niet zo spectaculair qua landschap, maar wel goed voorzien 
                          van fietspaden. De Klammtunnel heeft zelfs een speciale 
                          buis voor fietsers. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Dag 
                        18, 10 juli 2016: van Golling naar Salzburg en nog een 
                        rondje in München (46 km; 150 m klimmen, 175 m dalen) | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Het 
                          is nog enkele uren fietsen naar Salzburg. Daar hadden 
                          we de rest van de dag wat rond willen kijken, maar de 
                          zinderende zomerhitte is vandaag weer helemaal terug. 
                          Op wat Chinese toeristen na lijkt vandaag iedereen de 
                          stad te zijn ontvlucht. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      | Eerder 
                          dan gepland stappen we in de aangenaam koele trein naar 
                          München, waar we snel naar de Englischer Garten 
                          fietsen. We zijn daar niet de enige fietsers. Stedelingen 
                          en toeristen op huurfietsen slingeren door het grote 
                          park van biertuin naar biertuin. | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  
                          's Avonds laat stappen we in de nachttrein naar Amsterdam. 
                          Voor dit jaar zeker niet de laatste keer: in het najaar 
                          zullen we er weer gebruik van maken, nu het nog kan... | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     
                      |  | 
                     |