Dwars door Wales: fietsen met hindernissen
 
Overzicht van de gefietste route

Wales is niet groot, maar wel verrassend mooi en ruig. Een netwerk van fiets- en wandelroutes verbindt kusten, bergen, kastelen, follies en eigenzinnige bewoners.

Het is kil en regenachtig als we in Cardiff aankomen. Nu gelijk gaan fietsen lijkt geen goed idee. Naast het station lonkt een hotel. Even later zitten we op onze kamer te zappen: Corrie op zoek naar het Europees kampioenschap voetbal, ik naar een optimistisch weerbericht. De BBC laat wat anders zien: ondergelopen dorpen, drijvende caravans en overlopende stuwmeren in het midden van Wales. Wrong place, wrong time?

 

Maandag 11 juni 2012, van Cardiff naar Merhyr Tydfil;
57 km, 730 m klimmen, 600 m dalen

 
 
Een groot draaihek markeert het begin van de Taff Trail, die ons van Cardiff naar de Brecon Beacons moet leiden.
 
Een groot draaihek markeert het begin van de Taff Trail
Ongehinderd door het drukke stadsverkeer fietsen we over deze voormalige spoorlijn langs de Taff rivier. Soms stappen we af om ons door een hekje te wurmen. Een klein ongemak dat we voor lief nemen, zolang het niet te vaak voorkomt.
 
Soms stappen we af om ons door een hekje te wurmen
Naarmate de stad verder achter ons ligt, nemen de barrières echter toe. In het vooruitstrevende Cardiff waren nog fietsvriendelijke oplossingen bedacht om motoren te weren, in de traditionelere dorpen, waar fietsen helemaal niet hip is, wordt de Taff Trail een tough trail: een hordeloop met steeds gekkere obstakels, waaronder een soort tourniquetpoortjes die smaller zijn dan onze fietssturen. Eerst halen we daar de bagage van onze fietsen, later lukt het om er met bepakte fietsen toch snel doorheen te glippen.
 
Waar fietsen nog niet hip is, wordt de Taff Trail steeds meer een tough trail
 
 
 
Dinsdag 12 juni 2012, van Merhyr Tydfil naar Heol Senni;
55 km, 845 m klimmen, 815 m dalen
 
 
We vervolgen National Cycle Route 8, eerst nog een stukje kruip-door-sluip-door over de Taff Trail.
 
Kruip-door-sluip-door gaan we verder op de Taff Trail
Later gaat de route over rustige barrièrevrije wegen langs enkele stuwmeren naar Brecon.
 
Talybont reservoir
Woensdag 13 juni 2012, van Heol Senni naar Aberdulais;
fietsen: 39 km, 605 m klimmen, 700 m dalen...
 
 
...en halverwege de tocht een wandeling: 15 km, 400 m klimmen, 395 m dalen
 
 
Na de Taff Trail klimmen we slalommend tussen scharrelschapen over de Brecon Beacons.
 
Brecon Beacons
 
 
Daar laten we de fietsen staan voor een wandeling langs de watervallen in de Mellte en de Nedd Fechan, waar het regenwater van de laatste week met luid geraas door nauwe kloven spoelt.
 
Wandelen langs watervallen
 
 

Na drie hotelnachten willen we eindelijk de tent opzetten. Dichtbij een pub, waar Corrie straks weer het EK kan zien, melden we ons bij een kampeerboer. Deze moet ons teleurstellen. "De laatste tijd is hier zoveel regen gevallen, dat het veld nu te drassig is. Drie mijl verder is een andere camping."
Dat is de Lone Wolf Campsite. Achter krakkemikkige boerenschuren vinden we de receptie in een sjofel hok. Ted, een krasse tachtiger met een Catweazle gezicht, verwelkomt ons hartelijk en wijst de weg naar een prachtig veldje.
"De laatste jaren werd het hier te druk", vertelt hij. "Het ging hier op een gewone camping lijken. Daarom zijn we een tijdje dicht geweest, maar rustzoekers zijn nu weer welkom."
Als Corrie vraagt of er een pub in de buurt is, schudt Ted zijn hoofd.
"No pub around here, my dear", lacht hij met zijn laatste voortand scheef naar buiten. "Ik kan wel wat te drinken halen."
Corrie legt uit dat ze graag voetbal wil kijken.
"No problem!", schatert de grijsaard, "Come to the office!"
"Durf je het aan?", grijns ik. "Zet jij de tent maar op", zegt Corrie, die al achter Ted aanloopt.
Later doet ze verslag.
"Het was er een kleffe bende, maar wel gezellig."

 
Donderdag 14 juni 2012, van Aberdulais naar Swansea;
26 km, 295 m klimmen, 330 m dalen
 
 
Een fietspad langs de Neath leidt ons autovrij door een verstedelijkt gebied. De hekjes zijn nu routine geworden; in drie seconden schuiven we er een fiets doorheen.
 
 

Na een paar droge dagen koerst een stormdepressie recht op ons af. 's Ochtens is het nog droog, maar tegen de tijd dat we Swansea bereiken, wakkert de wind aan en begint het te regenen. We zoeken een hotelkamer en maken een plan B voor de volgende dag.

 
Vrijdag 15 juni 2012, per bus heen en weer naar het schiereiland Gower;
wandeling: 17 km, 390 m klimmen, 375 m dalen
 
 
Fietsen is nu geen goed idee. Liever lopen we een stuk van het Gower Coast Path, dat ook bij slecht weer prachtig is. In de striemende regen lopen we voorovergebogen in de wind naar Worm's Head, waar de oceaan schuimend tegen de steile kliffen beukt.
 
Storm en regen op het Gower Coast Path
 
 
 
 
 
Zaterdag 16 juni 2012, trein van Swansea naar Llanelli en daarvandaan fietsen naar Llandeilo; 44 km, 945 m klimmen, 885 m dalen
 
 
's Ochtends regent het nog. We nemen de trein naar Llanelli, waar we uitgebreid koffie drinken. Tegen de middag wagen we ons tussen de plensbuien weer op de fiets langs de Swiss Valley Cycle Route. Hier komen we alleen hondenbezitters tegen, voor wie een dag binnen blijven geen optie is.
 
Swiss Valley Cycle Route
De hekjes die we nog van de Taff Trail kennen, zijn weer terug, maar inmiddels schuiven we er behendig tussendoor.
 
Ook hier weer hekjes...
Wel moet de bagage van de fietsen af wanneer een omgewaaide boom dwars over het pad ligt.
 
...en een omgevallen boom
Een volgend obstakel is een ford: een van de honderden plekken in dit land waar een beekje over de weg stroomt. Gewoonlijk fiets je er zo doorheen, maar nu staan we voor een onpeilbare stroomversnelling, een natte variant op de reeds genomen hordes! Naast de weg biedt een voetbrug net genoeg ruimte voor onze fietsen.
 
Water gutst over de weg
Zondag 17 juni 2012, van Llandeilo naar Ffarmers;
48 km, 1095 m klimmen, 950 m dalen
 
 
Wales is niet groot, maar wel ongenaakbaar en zit boordevol bloedmooie plekken. Carreg Cennen Castle ligt op zo'n plek. Er moet wel even voor geklommen worden. De ruïne staat al acht eeuwen op de rand van een gapende afgrond en is niet gebouwd voor haastig bezoek.
 
Carreg Cennen Castle is niet gebouwd voor haastig bezoek
 
 
 
Dreigende wolken en felle opklaringen dompelen de omringende heuvels in alle tinten groen en grijs tot een aanstormende hagelbui ons de tearoom injaagt.
 
Tearoom bij Carreg Cennen Castle
 
Uren later stoppen we weer bij de spooky restanten van Talley Abby. Hier geen tearoom, maar wel een picknick op gewijde grond.
 
Talley Abby

Na een droge middag verlangen we weer naar een nacht in de tent, maar de grond van de camping bij Ffarmers is nog erg nat. Elke stap die we zetten, blijft nog uren zichtbaar als een modderige vlek in het gras. Ook verschijnen er midges: tijd om de pub in te duiken, waar Corrie al een diner met voetbal geregeld heeft. Tijdens de wedstrijd lees ik op een tablet wat zich in de rest van de wereld afspeelt, tot verwondering van andere pubgasten. "Can't he talk?", vraagt een van hen aan Corrie. "Over van alles en nog wat", stelt ze hem gerust, "Alleen niet over sport." In de loop van de avond gaat het Nederlands elftal roemloos ten onder. De rest van de vakantie zijn we verlost van het EK!

 
Maandag 18 juni 2012, van Ffarmers naar Pontrhydfendigaid;
58 km, 1230 m klimmen, 1195 m dalen
 
 
Rhandirmwyn Bridge is het laatste gehucht voor het Tywi Forest en de bergen daarachter. Geen plek voor cappuccino en carrot cakes. Wel een ietwat onooglijke maar heerlijke sticky toffee pudding in een pub, die genoeg brandstof levert voor de klimmetjes die ons te wachten staan.
 
Sticky Toffee Pudding
Rhandirmwyn Bridge
De sluizen van het Llyn Brainne Reservoir staan open om het overtollige regenwater af te voeren.

 

Dam bij Llyn Brianne Reservoir
Dan volgen enkele pittige klimmetjes.
 
 
Op en neer bij Esgair Ffrwd
 
Pontrhydfendigaid is alweer zo'n onuitspreekbaar (zie hier) vlekje op de kaart met een gastvrije pub, die ons voorziet van lekker eten en een grasveldje voor de tent. We zijn nu aan de rand van het gebied dat een week eerder overstroomd werd.
 
Dinsdag 19 juni 2012, van Pontrhydfendigaid naar Llanidloes;
40 km, 915 m klimmen, 940 m dalen
 
 
Na twee dagen freewheelen volgen we nu weer fietsroutebordjes. Eerst door een diepgroen koeienparadijs, dan langs verlaten leisteengroeves en loodmijnen steeds dieper de Cambrian Mountains in.
 
Vallei Afon Ystwyth bij Cwmystwyth
Oude loodmijn bij Cwmystwyth
Corrie wil het liefst over comfortabel asfalt naar Llanidloes fietsen, nog ruim 40 kilometer. Ik voel meer voor een doorsteek door de bergen: ruiger en steiler, maar slechts half zo ver. We komen er niet uit en fietsen door tot de plek waar onze wensroutes uit elkaar gaan. Daar breekt net de zon door en zien we mijn route als een glinsterend lint tussen de heuvels liggen. Hier kan Corrie moeilijk nee tegen zeggen.
Een half uur later verdwijnt de zon achter dreigende wolken. De weg is niet meer dan een flinterdun reepje asfalt dat steil omhoog gaat. Corrie is een snellere klimmer dan ik, maar niet op steile of slechte paden. Ze zwijgt met haar mond en vloekt met haar ogen, terwijl ik beelden schiet die later moeten getuigen van de rauwe schoonheid die nu nog schuilgaat achter tijdelijk fysiek ongemak.
 
Rauwe schoonheid gaat schuil achter fysiek ongemak
 
 
Na een korte afdaling volgt een goede asfaltweg, die wel zo steil is dat we steeds met z'n tweeën een van onze fietsen omhoog duwen. Blauwrode bordjes bevestigen dat dit fietsroute 818 is.
 
Sustrans route 818 naar Llangurig
 
 
Er volgt een zonovergoten avond op de camping van Llanidloes, met een droge grasmat en vrij van midges!
 
Een zonnige avond op de camping
 
Woensdag 20 juni 2012, van Llanidloes naar Tywyn;
63 km, 1015 m klimmen, 1160 m dalen
 
 
In Llanidloes komen we achter de reputatie van de gisteren gereden route, wanneer de eigenaar van een outdoorwinkel ons vraagt waar we gefietst hebben. 'My goodness, you took that way!'
 
Llanidloes
 
De volgende dag genieten we van de beschaafde klim naar de naamloze pas in de weg naar Machynlleth (zie hier voor de uitspraak in het Welsh en het Engels), gevolgd door misschien wel de mooiste afdaling in Wales. In een half uur tijd zakken we helemaal terug naar zeeniveau.
 
 
Uitzicht bij Bryn y Fedwen
Weg naar Machynlleth
Sustrans route 82
Donderdag 21 juni 2012, van Tywyn naar Dolgellau;
53 km, 485 m klimmen, 505 m dalen
 
 
We fietsen van Tywyn in noordoostelijke richting en bekijken de ruïnes van Castell y Berr.
 
Castell y Berr
Daarna gaat fietsroute 82 steil en voor een deel onverhard over de heuvels naar Dolgellau.
 
Fietsroute 82 gaat over de heuvels
Helaas is deze route nu afgesloten. Ik vermoed dat de weg door de vele regen onbegaanbaar is geworden.
 
Afgesloten weg

Na drie droge dagen doet de loodgrijze lucht vermoeden dat de komst van de volgende zondvloed niet lang meer op zich zal laten wachten. Dan kun je beter niet op een nauwelijks begaanbaar pad aan de loefzijde van de Cambrain Mountains fietsen.

Dus besluiten we om nu maar de snellere kustroute te nemen. In de verte raken de wolken al de hoogste bergtoppen. Hopelijk arriveren we in Dolgellau voordat het regenfront ons heeft ingehaald.

Langs de kust dus

De eerste spetters vallen wanneer we Dolgellau binnenrijden. De volgende dag zal het onafgebroken blijven regenen, dus boeken we gelijk maar een B&B voor twee nachten.

 
Vrijdag 22 juni 2012, met de bus heen en weer naar Machynlleth.
 
Dolgellau (zie hier voor uitspraak) is wel wat klein om anderhalve dag langs winkels en tearooms te hoppen. Dus nemen we een bus naar het Centre for Alternative Technology, 21 km zuidwaarts vlakbij Machynlleth. Ik fietste hier al eens langs in 1983, dus is het hoog tijd voor een update.
Nog altijd ligt de nadruk hier op kleinschaligheid en zelfredzaamheid. Dit is voor mij de charme en tegelijkertijd de beperking van het project. Mooi voor Wales, maar nog geen duidelijk antwoord op de vraag hoe je van een miljoenenstad als Londen een schone metropool kunt maken. Het heeft veel weg van de Kleine Aarde, dat bijna 40 jaar lang het Brabantse Boxtel op de kaart zette, maar dan wel in een veel mooiere omgeving. Alleen al de entree, een door water en zwaartekracht aangedreven kabeltreintje, is een pronkstukje.
 
Kabeltreintje naar Centre for Alternative Technology
Vanuit de bus naar Machynlleth is goed te zien dat het riviertje de Dovey door de vele regen nu bijna uit zijn voegen barst. Met nog een week te gaan, is deze maand hard op weg om in Wales de natste juni in honderd jaar te worden (zie hier).
 
Hoog water op de Dovey
Zaterdag 23 juni 2012, van Dolgellau naar Porthmadog
56 km, 1045 m klimmen, 1035 m dalen
 
 

De volgende dag is het nog koel en grauw, maar wel droog. Geen slechte dag om weer verder te fietsen.
Dichte bossen omringen fietsroute 82 in het Nationaal Park Snowdonia. Fietsers komen we hier niet tegen. Wel horen we steeds meer rumoer en worden we links en rechts ingehaald door hardlopers. Dan stuiten we op afzetlint, dranghekken en vlaggen. De fietsroute is een marathonparcours geworden!

 
Een marathon verspert de fietsroute
Verderop krijgen we op fietsroute 82 weer de ruimte. Wel gaat het pittig op en neer over bospaden.
 
De fietsroute gaat veel op en neer over bospaden
Na het bos maakt marathongehijg plaats voor schapengeblaat. Moeizaam trappen we tegen de gure zeewind, die onze klimwarmte al snel wegblaast.
 
Na de bospaden volgt comfortabel asfalt, maar ook een gure zeewind
De leistenen daken van Trawsfynydd gaan naadloos over in de grauwe lucht. De pub is nog dicht, dus grabbelen we wanten en mutsen uit de fietstassen en zetten we thee bij een bankje op een steenworp van de 'public conveniences', waarvoor in het Welsh de nog langere term 'cyfleusterau cyhoeddus' gebruikt wordt.
 
Voor 'wc' kun je in het Welsh een nog langere omschrijving maken dan in het Engels
Afgezien van de marathonafzetting van vanochtend lijkt fietsroute 82 vrij van obstakels. Totdat we kruip-door-sluip-door om een afgedankte kerncentrale (zie hier) aan een stuwmeer geleid worden, waar paaltjes, bordjes en wegdek ons weer uit gaan dagen. Zelfs een bijna 'Berlijnse' muur, waar je niet zomaar even overheen stapt, is voorzien van een waarschuwing dat het water achter die muur best wel diep is.
 
Fietsroute 82 blijft verrassen
 
 
Fijngereden grind maakt plaats voor losse keien, vaste grond wordt natte zomp. De ene keer zakken onze wielen tien centimeter in de zuigende blubber, dan moeten we ze weer over een dikke kluwen van boomwortels heentillen.
 
Soms zakken we 10 cm in de modder
 
Toch staan ook hier - als een sick joke - de blauwe bordjes van het National Cycle Network! Het enige bordje dat we hier nog missen - maar waar je in de rest van dit land je nek over breekt - heb ik er zelf maar bijgezet. Het zou een mooie 'Cycle Facility of the Month' kunnen zijn (zie www.warringtoncyclecampaign.co.uk)
 
Met een simpel bordje maken we van dit pad een veilige fietsroute

Na een paar moddermijlen is er weer asfalt.
"Nu is het niet ver meer!", roep ik. "Alleen nog een klimmetje."
Corrie vloekt wanneer ze het hellingpercentage ziet.

 
'Alleen nog een klimmetje'
Onze wielen druipen nog lang na op de asfaltweg naar Portmeirion, een prachtig pseudo-Italiaans follydorp van een excentrieke Britse architect. Huizen in pasteltinten tussen verwaaide palmen, arcaden langs het natte strand en een heuse hondenbegraafplaats in een vochtig bos.
 
Portmeirion
 
 
Hondenbegraafplaats
 
Zondag 24 juni 2012, eerst per stoomtrein van Porthmadog naar Rrydd Ddu, dan op de fiets naar Caernarfon
Fietsen: 20 km, 175 m klimmen, 325 m dalen
 
 
 
Na het geploeter van de vorige dag zijn we aan een beetje vakantie toe. In Porthmadog skippen we 20 km en 200 hoogtemeters door met de fietsen in een museumtrein van de Welsh Highland Railway te stappen.
 
Welsh Highland Railway
 
 
 
Dan fietsen we heuvelafwaarts om pas te stoppen bij het enorme kasteel van Caernarfon. Toen koning en kruisvaarder Edward I het liet bouwen, werd hij geïnspireerd door oude Romeinse forten en de muren van Constantinopel, wat te zien is aan de dubbele concentrische muren en zeshoekige torens.
 
Caernarfon Castle
 

Vandaag lijk het bijna zomer. Voor het kasteel zitten we zonder jas op een bankje in de zon. We besluiten niet verder te fietsen, maar de camping van Caernarfon op te zoeken en weer eens een lange avond voor de tent door te brengen. De camping ligt op een mooie plek aan de rand van de stad. Zoals wel vaker deze zomer, is de bodem nog doorweekt en zien we na elke stap die we zetten een modderafdruk in het gras verschijnen.
Op de camping spreken we een Nederlandse wandelaar, die hier al een hele week wacht op een kans om bij helder weer de Snowdon op te gaan.
"Morgen ga ik het proberen", zegt hij. "De weersverwachting is nu goed: het blijft nog een hele dag droog en zonnig."

 
Maandag 25 juni 2012, van Caernarfon naar Llandudno
77 km, 935 m klimmen, 960 m dalen
 
 
Ook vandaag negeren we de fietsroutebordjes, maar kiezen we voor lekker doorfietsen op asfaltwegen. Via de Pen-y-Pass fietsen we met alleen fietsbroek en t-shirt aan tussen de hoogste toppen van Snowdonia door. We hopen dat de bergwandelaar van de camping het vandaag ook een beetje naar zin zin heeft en niet in dikke mist hoeft te lopen.
 
Llynn Peris
Penn-y-Pass
 
Koning Edward had aan één vesting niet genoeg en liet in Noord Wales de ene burcht na de andere uit de grond stampen. Die van Conwy ligt nu mooi op onze route.
 
Conwy Castle
Uiteindelijk rest ons nog het fietspad naar Llandudno, dat vlak voor het eindpunt verdwijnt onder een dik pak stuifzand. Met liefde omzeilen we deze laatste horde in Wales. We fietsen verder over de harde zandribbels van het brede strand. Zodra we omkijken, spoelt het opkomende water onze sporen alweer weg. Hoog boven de baai ligt het Snowdon massief te baden in de zon. Morgen wordt hier de derde stormdepressie van deze onstuimige zomer verwacht. Dan zitten wij al in de trein naar Hull, maar we komen hier zeker terug!
 
Llandudno
 
 

We hadden nog wel wat langer in Wales willen blijven, als er nog een paar redelijk droge dagen waren gevolgd. Dan hadden we misschien de 1085 m hoge Snowdon beklommen. Toch was dit, ondanks de ook voor Wales abnormaal natte zomer, echt geen verregende vakantie. Uiteindelijk hebben we op de drogere dagen net zoveel kunnen fietsen als tijdens onze Alpentocht in 2019, toen we door de hitte vaker dan ons lief was rondhingen op schaduwrijke plekken, waar veel minder was te zien en te beleven dan langs de ruige kust van Gower of in het Centre for Alternative Technology in Machynlleth.

Enkele maanden na de tocht door Wales fietste ik langs de kust van Zuid-Engeland, waar het mooi nazomerweer was. Dat was de start van mijn veldwerk voor het eerste deel van 'Fietsen rond Het Kanaal'.

Ook op andere reizen heb ik op de Britse Eilanden vaak mooi weer gehad. Hoe vaak, kun je hieronder zien.

April 1975, schoolreis van 5 dagen naar Londen: mooi lenteweer.
Zomer 1976, 2 weken fietsen in Engeland: hittegolf (zie hier).
Zomer 1979, 5 weken fietsen op de Britse Eilanden: zeer wisselvallig (zie Opa vertelt).
Zomer 1981, 3 weken fietsen van John O' Groats naar Lands' End: 2 natte en 20 zomerse dagen (GBBR).
Mei 1982, fietsrondje Dover-London-Brighton-Dover: prachtig lenteweer (London to Brighton Bike Ride).
Herfst 1982, op de fiets naar een onvergetelijke vakantievriendin in Leeds: mild en miezerig herfstweer.
Zomer 1983, 3 weken fietsen door Engeland en Wales: warm en kurkdroog (zie hier).
April 1984, 2 weken fietsen naar het Lake District: heenweg koud en nat, terugweg zonovergoten.
Zomer 1986, 4 weken fietsen en vrijwilligerswerk in Ierland: recordnatte augustus en recorddroge september.
Zomer 1993, 3 weken fietsen in Ierland: meestal koud en nat.
Zomer 1997, 2 weken fietsen langs de Schotse westkust: koel, veel wind, veel zon en weinig regen (zie dit verhaal).
April 1998, 1 week wandelen in Derbyshire: koud en nat.
Nazomer 2000, 2 weken fietsen in Engeland en Wales: eerste en laatste dag zeiknat, verder veel zon (zie dit verhaal).
Juni 2004, 3 weken fietsen in Ierland: 1 week warm en zonnig, 2 weken lang fotogenieke stormdepressies.
Juni 2008, 3 weken fietsen van Harwich naar Cornwall: vaker goed dan slecht weer (zie dit verhaal).
November 2009, 2 weken wandelen in het Lake District: van kletsnat tot zonovergoten, zeer fotogeniek.
Juni 2010, 3 weken fietsen langs Schotse westkust: veel zon en heel vaak boven de 20 graden.
Juni 2012, 2 weken fietsen door Wales: zie het verhaal hierboven.
September 2012, 10 dagen fietsen langs Engelse Kanaalkust: mooi nazomerweer.
Juni 2013, 12 dagen fietsen langs Engelse Kanaalkust: zeer wisselvallig.
Augustus 2013, 3 weken fietsen langs Engelse Kanaalkust: veel zon, weinig regen en niet te warm.
September 2013, 1 week fietsen langs Engelse Kanaalkust: warm nazomerweer.
Mei 2014, 10 dagen fietsen langs Engelse Kanaalkust: veel zon en een enkel buitje.
Augustus 2014, 10 dagen fietsen langs Engelse Kanaalkust en op Jersey en Guernsey: veel wind, zon en wat buien.
Juni 2015, 3 weken fietsen in Schotland: natte en droge episodes met veel wind en IJslandse temperaturen.

Na minstens 25 bezoeken aan de westerburen weet ik dat het van mei tot en met september aan de overkant van de Noordzee meestal prima fietsweer is; zeker wanneer het continent wordt geteisterd door hittegolven. Bovendien kan slecht weer er heel fotogeniek zijn. Als het dan toch een keer onafgebroken regent, wat elders in Europa ook regelmatig gebeurt, bieden tearooms, pubs, kastelen, musea en 'visitor centres' veel troost bij het schuilen.

Bovendien past deze manier van 'wereldfietsen', zeker als je maar enkele weken achter elkaar weg kunt of wilt gaan, ook beter bij de grimmige realiteit van de 21e eeuw.